Roltrappen
Hij komt aan op Schiphol in de nacht.
Er is geen vriend die op hem wacht.
Achter de balie staat de macht.
Hij kijkt ze zoekend in de ogen.
Hij is op zoek naar mededogen.
Hij is zo jong en van de dood weggevlogen.
Hij is uit de nacht komen dalen
Naar een land van vreemde talen
Roltrappen
Veel meer dan je kunt behappen
Roltrappen
Die de weg terug afkappen
Roltrappen
Waar levens elkaar overlappen
Roltrappen
Waar je niet zomaar vanaf kunt stappen.
Hij ondergaat mijn lot zonder een klacht.
Hij is in de opvang ondergebracht.
Hij weet nog niet wat hem hier wacht.
Hij voelt zich vreemd en dat maakt hem verlegen.
Om hem heen wordt ook in alle talen gezwegen.
Hij heeft al zijn eerste document gekregen.
Waarin zijn verhaal nu onder een nummer staat.
Zijn ouders zijn dood en hij durft niet over straat.
Roltrappen
Veel meer dan je kan behappen
Roltrappen
Om van loket naar loket te zappen
Roltrappen
Je gaat wegen zonder voetstappen
Roltrappen
Waar ze zomaar je tasje gappen.
Hij leert de taal uit alle macht.
Hij werkt en leert tot diep in de nacht.
Hij loopt nu wel door die vreemde stad:
Maar in zijn hart ligt zijn eigen begraven schat.
Niemand die haar bestaan vermoedt.
Hij weet dat ergens een oorlog woedt.
En misschien is nu alles waarnaar hij verlangt
Kapot of dood. En dat maakt hem bang
Roltrappen
Je werkt ’s avonds en je vult de schappen
Roltrappen
Om van lijn 9 naar de metro over te stappen
Roltrappen
Waar je maar beter niet af kunt stappen
Roltrappen
Je bent bang dat ze naar je gaan trappen.
Hij heeft een paar vrienden en dat is een begin.
Heel langzaam krijgt zijn leven weer zin.
Na jaren lopen in de pas
Zit hij nu op dansen en maakt gein in de klas.
Hij kan de woorden hier nu goed spellen
Maar zijn verhaal kan hij nog steeds niet vertellen.
Hij glimlacht maar wat als je er hem naar vraagt.
Hij weet dat je zijn waarheid niet verdraagt.
Roltrappen
Waar anderen lolletjes op trappen
Roltrappen
Over hem maken ze ook grappen
Roltrappen
Hij probeert ook uit dat vaatje te tappen
Loltrappen
En maar hard in je handen klappen.
Op een dag rolt hij weer in zijn vertrouwde spoor.
Opeens roepen kinderen: Opzij! Laat me erdoor!
Ze botsen op en rennen tegendraads.
Wat zijn ze vlug. En hij blijft maar staan op z’n plaats.
Hij kijkt ze na en voelt zich ineens bezopen.
Hij draait zich om en begint ook te lopen.
Hij rent. Hij struikelt haast over die trappen.
En wat hoort hij klapperen? Z’n eigen stappen!
Roltrappen
Alsof die hem op iets verbodens betrappen
Roltrappen
Hij zet nieuwe, eerste stappen.
Eigen stappen.
Die kunnen ze hem niet meer afpakken
Eigen stappen
Hij laat zich niet meer inpakken
Roltrappen….. en eigen stappen.
Roltrappen…. en eigen stappen
©Nina van Immerzeel & Lotte van Dam 1998



