De dag van de uitvoering is gekomen. Dadelijk begint nog een korte generale, het equivalent van het inspelen als je pianist bent. De piano speelt trouwens een flinke rol in het concert. Er zullen twee leuke en ontzettend getalenteerde jonge mensen optreden. Bij het format van mijn performances hoort dat mensen ook willen dat ik iets over het programma en de muziek zeg.
Ik heb de rolkoffer al naar de kleedkamer gebracht. Zoey en Bertrand hebben voorlopig afscheid van me genomen.
‘Daddy! Maman gaat nu naar haar orkest. Straks is ze er pas weer voor ons,’ had Zoey bijna belerend tegen mijn lieve Bert gezegd.
Benieuwd wat er nog uit haar zal groeien, denk ik inwendig grinnikend, terwijl Bert goedig naar zijn pittige dochtertje knikt en ondertussen zorgt dat ons meisje genoeg gedronken heeft en een fles water bij zich heeft.
Want buiten is het erg heet.
De dresscode voor generale repetities is zoals altijd. Je bent dan vooral niet in concertkleding. En dus sta ik daar, in mijn lange jeansjurk met mijn haar in een paardenstaart met elastiekje voor het Sydney Philharmonic Orchestra. De musici komen in groepjes binnen. Op slippers, shorts, T shirts en topjes. Haast in strandoutfit. We hebben concentratie op te bouwen. Maar we doen het tegelijkertijd luchtig en gezellig. Allebei heb je nodig.
Werken met The Sydney Philly zoals hun bijnaam luidt, was heel leuk geweest. Natuurlijk had het orkest me flink uitgeprobeerd. Dat hoort gewoon bij het spel: dat serieuze volwassen musici tegelijk een soort schoolklas vormen die het gezag van de leraar moet testen. Het leuke was geweest dat ze er na de derde repetitie volkomen eerlijk over waren. Bijna een officieel kantelmoment. ‘
Concertmeester Brian Thackeray was er even speciaal voor gaan staan.
‘Nou eh... Mary Rose eh… we hebben nu een paar keer met elkaar gewerkt. We spelen werken die we deels al kennen en deels echt onder jou hebben ingestudeerd. We hebben het je natuurlijk flink lastig gemaakt. We doen dat niet expres. Of misschien doen we dat ook wel. Ik weet het eigenlijk niet, maar zo gaat het altijd. Samen muziek maken betekent ook je messen slijpen. Want het moet niet alleen zacht en ontroerend zijn. Dat laten we eigenlijk over aan het publiek en okay, een klein beetje aan de dirigent ook. Die mag best gekke bekken trekken en in vervoering zwaaien terwijl wij de muziek leveren. Ze mag doen wat ze wil, maar wij leveren het messcherpe, strakke produkt af, hè? Impressionistisch geveeg en pastelgeklieder, allemaal prachtig, hoor! Maar het moet wel zitten. En we geven ons ook niet zomaar aan iedere zwaaier gewonnen. Nou eh… dear Mary Rose, je voelt hem al aankomen misschien? Ik zou dit allemaal natuurlijk niet zo openhartig hebben getoeterd, als jij niet al glansrijk door onze strenge en oervervelende keuring heen gekomen zou zijn. Als dirigenten gewogen en te licht bevonden worden? Dan zijn we o zo beleefd maar blijven afstandelijk. En we laten de recensies verder d hun werk doen. Harde business, enfin, maar je kent het. Maar kom je wèl door de keuring, die natuurlijk onofficieel is hè? Laten we wel wezen: wij hebben hier niets te keuren. Wij moeten gewoon spelen wat er staat en doen wat de dirigent zegt. Maar de keuring vindt onderhand wel plaats. En ben je bij ons erdoor, dan ben je binnen! Dan heb je ons veroverd. En zo is het dus. Je bent er door. Het is puik vakwerk. En nu komt meteen de prijsuitreiking. Het is mij, - hij ging er even extra rechtop voor staan- een grote eer, truly a great honor, ma’am, onder uw bezielende leiding dit programma te mogen spelen! Zo, ik heb gezegd. En ik vertolk de mening van de meesten hier. Alle zeurpieten natuurlijk uitgezonderd.’
Er was veel gelach geweest.
‘En doe me nou een lol, Mary-Rose. Nu geen speech terug. Doe die maar op de generale of doe die niet. Dat is aan jou. Ik heb nu een belangrijk deel van onze repetitietijd verkletst. En wat jij nou precies van de eerste violen wilt in dat deel over de storm bij maat 254 heb ik nog steeds niet helemaal gesnapt. Dus kun je die nog even met ons doen en je bedoelingen wat beter uitleggen? En je zwaait soms ook niet duidelijk naar het slagwerk. Dat moest ik nog even van hen aan je zeggen. Ze bijten niet hoor! Ze slaan alleen maar. Gewoon aankijken met die grote kijkers van je. Dan zijn ze meteen zo mak als lammetjes.’
Een hele speech was het geweest. Bijna op het botte af, maar dat was maar schijn. Het had haar ontzettend ontroerd. En vanaf dat moment was dit orkest overduidelijk helemaal op haar hand.
Wat ze met succes voor haar verborgen hielden, was dat achter de schermen al de onderhandelingen liepen over haar mogelijke aanstelling, eerst als tweede dirigent met de optie van chef-dirigent. Maar de ultieme test daarvoor zou de uitvoering zelf zijn. De dirigent mocht dat uiteraard niet weten. Dat zou het veel te spannend maken. Het maakte wel dat de orkestleden hun uiterste best deden. Want ze wilden haar gewoon hebben.
Nu zaten ze op de generale op het grote podium. In hun zomerkleding, terwijl de pianostemmer zojuist zijn stemsleutels had ingepakt en afscheid had genomen.
‘Hey guys! And guyesses! Or lady-guys.’
Nu die korte speech van haar. Die met de dankwoorden. Haar antwoord op die van Brian.
’Wat een eer om hier voor jullie te staan. En het is nog leuk ook!’
Diverse instrumentale reacties van de leden, tubablazen, strijkstokken die wat krasten, en een fluitriedel die nergens op sloeg.
‘Toi Toi voor vanavond! Nog even wat puntjes op de i?’
Ze scherpte hier en daar nog wat aan. Altijd op de bal spelen, nooit op de man of vrouw. Ze liet zichzelf ook nog even aanscherpen op hier en daar een zwak puntje in haar toch nog wat nieuwe slagtechniek. Het bleef bij een aantal passages en even hier met elkaar zijn voordat de grote showtime van vanavond begon. Tegelijk ook altijd de onvermijdelijke spanningen en wrijvingen tussen een zo groot aantal mensen waarnemen en die helemaal laten voor wat ze zijn en ze dan in de muziek binnenleiden, die alle gekrakeel overstijgt. Hoe je dat nou precies doet ? Ze wist het niet. Gewoon aan het werk zijn, dat was het waarschijnlijk.
En aan Claude denken misschien? En al zijn gekrakeel in zijn tijd. En hoe zijn muziek zelf die oversteeg, ook alle zure en bekrompen kritiek?
Deze mensen voor me zijn allemaal kunstenaars. Ze kennen de klappen van de zweep en mogen ze alsjeblieft ook gewoon hun ego’s hebben? Zonder die ego’s zaten we hier niet….
Ze waren snel klaar. Terwijl ze de grote zaal uitliepen kwamen de twee jonge musici binnen die de vleugel nodig hadden en nog even wilden inspelen. Marie-Rose groette ze vriendelijk. Ze groetten een beetje eerbiedig terug.
Oh ja, dacht ze, dat ga je dan ook krijgen. Gunst, nu al?
Vervolgens kwam het vaste lonely ritual. Naar de kleedkamer, nog een keer douchen, föhnen, stylen, opmaken, nog even in onderjurk blijven, een heel licht avondeten laten komen en op de kamer eten. De bladmuziek op het digitale scherm controleren en de papieren versies op volgorde leggen. Altijd je opties openhouden. Soms is van papier het fijnste, soms van het scherm. Ze heeft altijd allebei bij zich.
Het ritueel zou hebben voortgeduurd tot aan het seintje van de stagemanager maar er gebeurde iets volkomen onverwachts. Er werd geklopt.
‘Yes! Please come in!’
En Denise trad binnen. ‘Stoor ik?’



