De uitzending van Inside Out was ten einde. De studio had net de prachtige retro ON AIR waarschuwingslampen uitgeschakeld. Mijn dochtertje van vier holde op mij af. Ze sloeg haar armpjes om me heen en keek met haar krullenhoofd ter hoogte van mijn buik stralend omhoog.
‘Zoey! Lieverdje! Heb je het allemaal goed kunnen zien?’
‘O maman, je was echt op de televisie! Ik ben zò trots op je! Denk je dat ik later ook op de télé kom?’
‘Vast wel. Zou je dat graag willen?’
‘Alleen als ik dan ook wat te zeggen heb. En dan daarom.’
That’s my daughter.
Mijn dochter Zoey had erop gestaan voor de gelegenheid een jurk aan te trekken. Die had de spannende tijd van wachten voor de uitzending redelijk goed doorstaan en had na afloop maar een paar vlekken. Ze was heel nieuwsgierig geweest naar de visagie. Ze mocht mee. Ze kreeg van de visagiste ook een dot met de kwast op haar neusje en een beetje rouge op haar wangen, wat volstrekt onnodig was. Want die schitterden toch al van de opwinding. En ze moest natuurlijk nog een dikke knuffel van me krijgen, toen ik zei dat mama nu op moest en in de studio verwacht werd. Bertrand had haar op schoot genomen. Ze had limonade en zoete broodjes gekregen van de crew hetgeen een paar nieuwe vlekken opleverde. Zoey wist ondertussen zich te concentreren op de dingen waar het echt op aankwam. Ze volgde de hele uitzending met gespannen aandacht op de TV monitor.
Ze stonden nu allebei voor me. Zoey in zekere zin het evenbeeld van haar vader: Allebei met een goudblonde krullenkop. En allebei die fijngetekende, rechte neus die ze allebei iets parmantigs gaf.
Maar Bertrand had zijn heel lichtblauwe ogen waarvan de blik me altijd weer fascineerde. Terwijl mijn dochtertje mijn ogen van me geërfd had, groot en donker. Bij haar op het zwarte af waardoor ze fonkelden als ze enthousiast of boos was.
En enthousiast was ons kind.
Zoey was vrij precies in wat ze wilde. Ze kon daarin bijna leeftijdsloos overkomen, zodat je soms even vergat dat ze nog een klein kind was. Zijzelf ook. Ze had gedaan gekregen dat ze met vier jaar muziekles had en viool speelde, op een klein instrument dat ze nog maar net kon vasthouden. Ze had talent en doorzettingskracht. Hoewel ze nog geen jaar viool speelde klonk wat ze speelde al zuiver. De streek van de strijkstok begon in haar handje al muzikaal en soepel te worden.
‘Ik word geen pianiste, zoals jij, mam!’ had ze gezegd, toen ze ons ervan verwittigd had dat ze viool zou gaan spelen, ‘en dirigeren is in elk geval niet iets waar je als kind mee hoeft te beginnen. Ik wil goed op de violon worden en denk dat dat wel gaat lukken. Hard oefenen. Maar ik wil ook papa’s schapen verzorgen. Dus misschien word ik ook wel docteur, maar dan voor dieren.
Altijd zulke samengestelde volzinnen. Behalve haar Australisch Engels sprak ze perfect Frans, met uiteraard de Canadese kleuring, meer dan mijn Brusselse tinten.
Toen Bertrand en ik samenkwamen was ik vrijwel direct van haar in verwachting geraakt. En hoewel dat ons allebei verraste, waren we er beiden zó ontzettend aan toe geweest om een kindje krijgen, dat we in het begin van onze relatie het gevoel hadden meteen in de prijzen te zijn gevallen.
Bertrand was fijntjes qua uiterlijk, met zijn gevoelige gezicht, de prachtige blonde krullen en zijn fijngetekende gelaatstrekken. Je zag het daardoor niet direct van hem af, maar hij was tegelijk zo sterk als een beer en had een ijzeren conditie door zijn voortdurende werk met de schapen. Eerst op de reusachtige ranch in Canada, het land waar we elkaar hadden leren kennen, en later in Australië op de nieuwe plek in de buurt van Sydney Van ons tweeën was hij zowel meer de intellectueel als de pragmaticus, door zijn werk met de dieren en het runnen van een groot boerenbedrijf. Ikzelf had meer de middenpositie van de kunstenaar. Op de een of andere manier verdienden we altijd elk ongeveer evenveel, maar ieder op een totaal andere manier.
Hij had bitter gerouwd om zijn vrouw Suzette met wie hij acht jaar getrouwd was geweest. Ze hadden geen kinderen gekregen. De laatste vier jaren raakte Suzette in toenemende mate getekend door de ziekte die haar uiteindelijk fataal was geworden. Ze stond hem toe om haar te rouwen maar hij moest haar beloven het niet te gek te maken en wel door te gaan met leven. Ze zou er altijd voor hem zijn, zei ze, maar hij zou er goed aan doen wel opnieuw een vrouw te vinden. Die kon er best bij, zei ze. En zo kwam het ook. Bertrand had een heftige rouwperiode gehad. Op het goede moment ontmoette hij mij, zoals ik het daarnet in het TV programma beschreven had. Hij leerde vrij snel het geheim van mijn eigen grote liefde kennen en scheen zich daar niet over te verbazen, hetgeen natuurlijk een groot wonder was. In dat opzicht leken Claude en Bertrand zelfs op elkaar dat ze allebei mijn tijdreis gewoon direct accepteerden, en meegingen in de puzzels die die teweeg had gebracht. Maar eigenlijk waren ze meer geïnteresseerd in de wegen van de liefde dan in wat kronkelingen van de tijd.
‘Ik weet dat het waar is, wat je zegt, Marie-Rose,’ had hij me gezegd, toen ik voor het eerst met mijn verhaal kwam, ‘ten eerste omdat jij veel te nuchter bent voor hysterie. En verder omdat ik de glans in je en om jou heen ervaar wanneer je over hem spreekt. Dat is de glans van echte liefde.Die herken ik van Suzette. En die heb ik ook om me heen. En ik weet dat je die glans bij mij ook herkent.’
Ik had hem over Denise en Grace verteld. Dat ontroerde hem diep.
Nu vlak na de uitzending kust hij me en zegt dat ik het zo mooi had verwoord van Suzette en Claude, zonder hun namen te noemen en dat de moderator er zichtbaar ontroerd door was geweest.
We zijn dus een beetje als weduwnaar en weduwe met elkaar getrouwd. Het is anders dan bij tweede huwelijken waaraan scheidingen zijn voorafgegaan. Die kunnen ook een bijzondere glans hebben. Maar bij gestorven en geliefde partners is het toch nog van andere orde. Ik twijfelde er wel vaak aan, of ik mijn gestorven geliefde eigenlijk wel als gestorven kon zien. Hij was zo springlevend toen ik opeens uit zijn omhelzing werd weggerukt. In zekere zin was ik net zo gestorven voor hem als hij voor mij en misschien was er een werkelijkheid buiten de tijdstroom waarin alles eigenlijk heel anders ligt. Maar dan zei Bertrand dat hij dat met Suzette ook had, en dat hij ook met haar in gesprek kon zijn, en zo hadden we een soort samenzijn met verschillende lagen van zijn.
En kennelijk was ons samenkomen voor onze Zoey zó uitnodigend geweest dat ze zich zo snel mogelijk, bij eerste gelegenheid, in mijn baarmoeder genesteld had en zo gauw mogelijk in dit merkwaardig gelaagde gezin geboren wilde worden. Daarin bleef ze trouwens tot onze verrassing enig kind.
Bertrand en ik gunden elkaar onze geheime conversaties met onze geliefden die waren gaan hemelen. En Zoey wist met de genialiteit die kleine kinderen kunnen hebben dat die er helemaal bij hoorden. Toen het grote plan kwam voor het aanstaande concert, waarbij ik voor het eerst echt naar buiten zou treden als dirigent en voor een groot gerenommeerd orkest zou staan had mijn dochter me even een paar zakelijke vragen gesteld.
‘Mam, heeft Claude dit geregeld?’
‘Het zou zomaar kunnen, lieverd, ik weet het niet.’
‘Ik vind het wel wat voor hem.’ zei het meisje ernstig, ‘Met al die ervaring, Maman, is hij vroeger ook papa geworden? In zijn tijd? Je weet wel?’
‘Ik geloof van wel. Toen ik bij hem was nog niet. Maar er staat in de geschiedenisboekjes dat hij een dochter kreeg. Hij wenste dat ook heel erg.’
‘Net als ikzelf dus, zei mijn kind, ‘Want jij en papa waren heel blij met me.’
‘Heel blij, lieverdje. Wat een geschenk dat jij naar ons toe bent gekomen!’
‘Ja, maar ik vind jullie lief, hè?’zei Zoey, ‘Dus dat zal het wel zijn. Straks word ik groot en dan lijkt het soms minder. Maar jij en ik weten dat dat alleen maar zo lijkt, hè?’
Mijn dochter is soms nog wat engelachtig. Vandaar die weidse blik, denk ik. als ze puber is, mag ik haar hier niet aan herinneren. Toch een troost dat zij dat ook weet. Nu althans.
Zoey was ondertussen weer op de zakelijke toer en zette de dingen op een rijtje:
‘Maar Claude, hè, maman? Il est père. En papa's kunnen alles. Mijn papa kan voor honderden schapen zorgen en mij voorlezen en jou rustig maken als je een concert hebt. Hij kan alles. Alors, Claude kan dus ook alles. Dus hij zal het wel geregeld hebben. Het is toch ook zijn muziek?’
‘Ja, het is zijn muziek. In elk geval het meeste.’
‘Ik ga later ook zijn muziek spelen, zei Zoey, ‘maar ook die van anderen. Mag ik bij het concert erbij zijn?’
‘Zoey, natuurlijk! Zeg, dat wordt dan je eerste grote concert! Je wordt al zo groot!
‘Oui maman, zei ze peinzend, ‘maar ja, ik ben dan ook al vier. Maman, ik heb mijn hele leven al gewenst naar een echt groot concert te gaan! En straks is het zover.’
‘Straks is het zover, lieverd. Nog een paar nachtjes slapen. En jullie mogen dan op de voorste rij zitten. Zodat je alles goed kunt zien. Ik sta dan wel met mijn rug naar jullie toe. Want mama dirigeert het orkest. Maar als er geklapt wordt draai ik me om en dan kunnen we elkaar zien. Zal ik je dan een knipoog geven? Zó?’
Ik deed er één voor. Mijn dochter schaterde het uit.
’Oh ja, mama! Zo’n knipoog, van jou naar mij! Dat is fijn. Ik mag dan niks zeggen. Dat weet ik heus wel, hoor. En duurt zo'n concert lang?’
‘Heel lang, lieverd. Denk je dat je het zo lang uithoudt?’
‘Hoe langer hoe beter!’ zei het kind, ‘En wat fijn dat Claude ook komt!’
Dat soort dingen zegt mijn dochter dan.
Volkomen matter-of-fact. Volkomen onsensationeel.



