Rozemarijn en Marie Rose:
Dat concert. Tja, dat concert..
‘Ik doe het vanavond anders dan anders!’ hoorde ik mijzelf de zaal in roepen, Jullie hebben zo aandachtig geluisterd. Ik wil jullie een toegift geven. Niet zozeer als extraatje op uw toegangsbewijs. Maar omdat ik jullie echt zelf iets wil geven. Omdat ik zo dankbaar ben dat deze muziek mag leven. En dat is omdat jullie ernaar luisteren! En daarom wil ik je vragen: is er iemand met een speciaal verzoek? Er is maar één spelregel. Als het verzoek dan maar wel iets van Claude Ferrier betreft! Je hoeft geen titel te noemen, hoor. Sfeer mag ook. Maar wat je dan van me krijgt is van Ferrier.’
Ik vond het spannend. Er kwam wat beweging in de enorme zaal. Er gingen een paar handen omhoog, maar voor ik de gelegenheid had erop in te gaan klonk van achteren, met een duidelijke en vaste stem:
’Ja! Ik!’
Ik durfde niet te kijken omdat ik de stem meteen herkende. Ik was zo bang dat één blik van mijn ogen al voldoende zou zijn om als een zeepbel uit elkaar te laten spatten wie ik dacht dat hier…
Niet zeuren, Beauchamps! Gewoon op de vraag in gaan!
‘Oui, monsieur, vous. Parlez s’il vous plait. Wat zou u graag willen horen?’
‘Madame Rose… oh pardon, Romarin. Ik weet dat het veel gevraagd is. Maar zou u misschien iets kunnen spelen uit …..uit Jeux de Vagues?’
’Wát zegt u, monsieur!?’ Ik begon helemaal te trillen.
Jeux de Vagues! Spelen van de golven….
‘Oh, monsieur! Daar vraagt u wat!’
Ineens was het hele muziekwerk er weer! Ik was het totaal vergeten. Maar hoe kon ik het ooit vergeten zijn? Het antwoord kwam bliksemsnel.
Als de bliksem, is het geheime commentaar van Marie-Rose. Binnen in mij. Maar Marie-Rose, dat ben ikzelf! Ik weet direct dat deze vraag uit de zaal die trigger is die de oude man van het tijdreisbureau gisteren zo lichtjes had aangeduid, toen hij mij zei… dat een heel essentiële herinnering op een heel essentieel moment zou terugkeren en dat ik het dan meteen zou begrijpen.
Er waren zoveel momenten vandaag geweest waar ik graag een eenzame strandwandeling zou hebben willen maken om in mijn ziel te verwerken wat er met mij gebeurd was. En in plaats daarvan ging het helemaal niet om stil te blijven staan. Maar direct verder! Verder schenken, uitdelen, het binnenste, het intiemste in je tot klinken brengen en het doen uitstromen de wereld in. In plaats daarvan ging het erom muziek te maken. Maar nee, dat is niet in plaats van iets. Dat is de ziel zelf. De ziel is muziek.
Als de bliksem zo snel! Daar was het hele werk en ik begreep waarom juist dit werk na mijn terugkeer nog heel even verborgen moest zijn gebleven. Want ik was hier zelf een onderdeel van.
Hé, wakker worden! Op de vraag ingaan, Marie-Rose!
‘C’est compliqué. Het is voor orkest, monsieur!’ zei ik. Beetje koket misschien?’
‘Dat weet ik heel goed, madame!’
‘Maar gelukkig er is ook een pianoversie van gemaakt.’
‘Oh, daar hoopte ik al op, madame!’
‘..en die heb ik lang niet gespeeld, monsieur.’
‘Maar u hebt die wel in de vingers, madame?’
In de vingers? Natuurlijk heb ik die in de vingers! Helemaal in de vingers. En mijn handen. En mijn lichaam. De muziek, en het zand en de zee en de golven en de passie en het geweld en de tederheid en de strelingen en de humor en het spel en de ernst…..In mijn vingers ja. En ook ooit noot voor noot ingestudeerd. Maar zal het er ook uitkomen? Uit die vingers?’
‘Er is maar één manier om daarachter te komen, is het niet, monsieur?’
‘Is die manier dat u het gaat spelen?’
‘Ja!’ zei ik en hoorde verwonderd mijn eigen stemgeluid. Ik dacht dat die onzeker zou zijn en aangeslagen door mijn plotselinge emotie. Maar ik hoorde iets heel anders. Ik hoorde een heldere stem, een hoge, gevoelige, die mooi zingen kon, de stem van Marie-Rose!’
‘Ja!’ Ik of zij juichte. Ik merkte dat het doodstil was geworden in de zaal.
‘Ja!’ Nu kwinkeleerde het als een zangvogel. ‘Je vais jouer! Ik ga spelen!
En toen durfde ik te kijken. Zijn vraag, het muziekstuk, Marie-Rose en Jeux de Vagues waren veilig aan boord verstouwd van een schip. En het schip was mijn ziel. En daar stond hij. Met een onbeschrijfelijke uitdrukking van geluk, vervulling maar ook speelsheid en humor op zijn gelaat. Hij is niet hier, realiseerde ik me, maar toch ook wel. Vive le paradox!
Was die conversatie van daarnet eigenlijk wel hoorbaar geweest voor anderen, of was die ons eigen gesprek, onze intimiteit?
Professioneel hiermee omgaan, Marie-Rose.
‘Ladies and gentlemen, een bijzonder verzoek bereikt me. Iets uit Jeux de Vagues te spelen! Wat een mooi verzoek! Op deze plaats aan zee, in dit huis waar de wereld van de film en haar beelden zo’n prominente plaats heeft en waarvan we allemaal weten hoe filmbeelden worden gedragen door personages, goed acteerwerk, settings, kleuren, verhalen maar ook door muziek. En ik weet niet of we zonder de invloed van Ferrier tot zulke prachtige beeldende filmmuziek zouden zijn gekomen in onze tijd.
Het verzoek is un peu compliqué. Nogal ingewikkeld. Dat zal ik u eerlijk zeggen. Maar dan had ik u als publiek maar niet om een suggestie moeten vragen, toch? Mijn eigen schuld dus!’
Ik lachte even en kreeg lachen en een golfje ontspanning terug uit de zaal.’
‘Maar dat heb ik dus wél gedaan,’ vervolgde ik, ‘en dan zit dat risico er nu eenmaal in. Ik aanvaard dat en zal het dus spelen. Van dit orkestwerk is in de dertiger jaren van de vorige eeuw is een pianotranscriptie gemaakt. Voor één pianootje en twee handjes van de pianeur. Oh, pardon, la pianeuse. U krijgt nu mij het tweede deel van het werk, dat de titel draagt van het hele werk en dus ook Spelen van golven heet, Jeu de Vagues.
En als er kinderen in de zaal zijn? O ja, fijn! Jullie zijn er! Kinders, wat leuk dat jullie luisteren! Ik hoop dat ik niet saai ben of langdradig. Jullie zitten al een poosje!’
Soms word je geveld door iets heel lichts en subtiels. En the raw power van kinderen.
‘Nee hoor mevrouw! U speelt heel mooi. En ik vind u lief! Ik wil later ook pianospelen, net als u!’
Een helder stemmetje van een meisje van zo rond de vijf jaar. Ik slik even mijn ontroering weg.
‘Oh wat fijn! W-wat een goed plan! Hoe heet je?’
‘Heloïse, mevrouw!’
Ook dat nog.
‘Nou Heloïse, ik zal mijn best doen hoor! Het gaat dus over spelen in de golven. En de golven zelf spelen ook! Hou jij daar ook zo van?’
‘Heel erg mevrouw! Mama, papa, mijn brioertje en ik waren vanochtend aan het strand. Ik heb zandtaartjes gebakken. Heel lekker waren die! Zeg eens, mevrouw, hoe heet jij eigenlijk?’
Eigenlijk? En hier ging ik voor de bijl.
‘Ik heet Rozemarijn. Maar eigenlijk heet ik Marie-Rose!’ stamelde ik.
‘Oh, wat een mooie naam! Mag ik u dan Marie-Rose noemen?
‘Lief kind! Maar natuurlijk! Noem mij zo.
Dan ga ik nu naar jou luisteren, Marie-Rose.’
Mijn artiestennaam was geboren. Safe delivery. De rest is snel verteld. Ik speelde Jeux de Vagues. Ik had gedacht dat ik al mijn aandacht nodig zou hebben om het stuk zonder kleerscheuren ten gehore te kunnen brengen. Maar dat was niet zo. Het zat in de vingers en het stroomde uit de vingers. Ooit was het heel veel werk geweest om het in te studeren. Ik had er op de een of andere manier altijd een bijzondere band mee gehad. De techniek was aanwezig, de expressie was goed. Het was vakwerk en ik kon daarop vertrouwen.
Maar terwijl ik het speelde was ik natuurlijk alleen maar samen met hem, met Claude. Langs de kust, in de golven, met hem die niet zwemmen kon, zodat ik het dan maar voor hem deed en het hem zo graag had willen leren. Ik was met hem samen. Tussendoor keek ik de zaal in. Daar zag ik hem natuurlijk niet meer. Hij was nu in het spel zelf , hij was in mijn handen, in mijn vingers, in de concertvleugel, in de ruimte, in het auditorium en in de zee buiten. Natuurlijk kwamen er overal tranen. Niet alleen bij mij maar ook bij mensen in het publiek. Naast beleefde, rigide luisteraars natuurlijk.
Maar onderschat die alsjeblieft niet. Die kunnen ook echt geraakt zijn, je ziet het alleen niet en ze zullen het je niet zeggen. Misschien hebben ze daarvoor ook zo hun redenen.
Het meisje Helöise klom na afloop boven op haar stoel, klapte heel hard met haar handjes en maakte daarbij kleine sprongetjes.
Oh ja. En denk nooit, nooit, nooit dat kinderen niet van klassieke muziek houden.



