Na afloop slaagden Denise en ik er op een charmante manier in om de dwepers af te schudden. Bij mij waren die natuurlijk vooral van het mannelijk geslacht. Eigenlijk waren ze vriendelijk, dankbaar, enthousiast en helemaal niet vervelend Het lukte ons met wat betoverende glimlachjes, zelfs een paar ouderwetse révérences ( die ik nog maar net had aangeleerd) en wat vage opmerkingen over “een lange reis” tijdig weg te komen. De onvermijdelijke blikken op mijn vrij strakke avondjurk met de glinsterende lovertjes en mijn diep decolleté onderging ik gelaten als zijnde part of the game.
Eenmaal de zaal uit, lukte het ons binnen twintig minuten. We stonden buiten op het terras. In onze jeans, T shirts, hoodies , petjes en haren in paardenstaart, geen make-up, maar opgefrist, voeten in slippers. Incognito.
De maan was afnemend. Een paar dagen geleden, in 1901, was die vol geweest. Denise gaf me meteen het grootste geschenk wat iemand me op dat moment kon geven.
‘Hij wás er.’ zei ze, ‘Dat was duidelijk. Volgens mij ergens achteraan. Dat kan natuurlijk niet. Maar aangezien niets eigenlijk kan, maak ik me over zulke dingen niet meer druk. Hij luisterde naar je. Dat had hij waarschijnlijk al de hele tijd gedaan. Maar toen je hem opmerkte ging je ook anders spelen. Ik zag dat je hem gewaar werd. Je keek ineens recht het publiek in terwijl je dat daarvoor de hele avond niet had gedaan. Je keek ergens geconcentreerd naar en ik dacht: Ah oui, Ze kijkt naar hem. Ze ziet hem. Ik denk dat jullie vanaf dat moment samenspeelden.’
Ik was elke emotie voorbij die tranen produceert. Ik voelde iets sterks en krachtigs in mij opkomen. Sensitief maar niet ondergedompeld in de zee van emotie.
‘Ja,’ zei ik rustig, ‘Exact. Hij was er. Ik zag hem. Dank je dat je dit zegt, Denise.’
’Dan is het is goed,’ zei ze, ‘Helemaal goed. Ook als het pijn doet: je grote liefde was er. Is er.’
We gingen lopen. Voor de tweede keer een avondwandeling langs het strand na een concert met muziek van Claude Ferrier. Ik schoof mijn arm onder de hare. We liepen innig samen.
‘Denise, je hebt zoveel voor me gedaan! En we moeten gauw een uitvoerig gesprek met elkaar hebben. Ik weet te weinig van je. Vanavond niet, maar heel gauw. Één vraag. Waarom doe je dit allemaal?’
Denise keek mij teder aan.
‘Ach’ zei ze, ‘het is een wirwar van tedere gevoelens. Ik weet niet of je dat al gemerkt had. Ik ben wat verliefd op je. Tegelijk ben je een soort dochter voor me. En met jouw grote liefde zie ik ook mezelf, lang geleden, in mijn eigen grote liefde.’
’Denise, vergeef me, maar ik ben nog verward. Jouw liefde, heette..heet die niet Grace?’
’Ja, sweetheart. Ze heet Genade. The love of my life.’
’En je bent weduwe?’
’Voor de wet niet. In het echt wel. Je hebt het helemaal goed. Mag ik jou bij je naam van de afgelopen dagen noemen?’
‘Oh!’ Het golfde over me heen. Ze was erbij geweest!
‘Marie-Rose…’ Denise schudde even met haar haren, haakte haar arm even los van de mijne, ging tegenover me staan. De zee en de maan waren haar achtergrond.
‘Mag ik je zo wel noemen?’ vroeg ze teder, ‘Of blijft dat voorbehouden aan jouw grote liefde, aan Claude Ferrier? Blijft je Rozemarijn? Of wordt het Marie-Rose..’
Heel even wilde ik antwoorden: alleen voor monsieur Ferrier. Maar dat was onzin. Echt onzin. Ik was veranderd. En ik zou nu over de drempel gaan. Een grote. Hij noemde me een uur geleden geluidloos bij mijn ware naam. En nu een kwestie van aanvaarden. Je ware naam aanvaarden. En dragen. Met alles wat daarbij hoort.
’Ja.’ zei ik heel kleintjes. Totaal in contrast met de heldendaad die ik zojuist verricht had, ‘Please. Noem me bij mijn naam. Noem me Marie-Rose.’
Denise aarzelde even. Ze reikte uit en streelde heel licht met de wijs-en middelvinger van haar rechterhand langs mijn linkerwang.
‘Dan ben je vanaf nu voor mij Marie-Rose. Omdat je dat- naast Rozemarijn- ook echt bent. Zullen we nu naar binnen gaan? Wil jij nog iets? Wil je nog wat drinken? Of wil je alleen zijn?’
Ik wilde alleen nog maar naar bed en slapen. Ik nam afscheid van haar, liep naar binnen en nam één van de liften naar de verdieping van mijn kamer. Ik gooide al mijn kleren uit en plofte op bed. Oh ja, roomservice bestellen. Ik toetste de opdracht en wachtte op de bevestiging.
Ik ging liggen en viel als een blok in slaap.



