De huishoudster die zo bars kon doen bleek toch lief te zijn. Ze had het bed in het slaapkamertje boven van frisse witte lakens en kussens met kant voorzien, en grote, rose rozen uit de tuin op vazen gezet. Op het tafeltje bij het raam stond een karaf met vers water en twee glazen naast een schaal met hoog opgetast fruit.
Buiten was de lucht betrokken. Het had geregend. Je hoorde zachtjes de druppels van de takken vallen en het geklok-klok in de dakgoten. De steenrode zijden gordijntjes waren half gesloten. Het was betoverend sfeervol. We hadden kaarsen op de grote luchter aangestoken. In het schijnsel ervan lagen we allebei languit op zijn bed. We hadden net gevreeën.
Ik vroeg me hardop af:
‘Hoe zal het zijn als ik terugga naar waar ik vandaan kom? Of beter gezegd: als ik terug moet?’
‘Daar geloof ik niet in.’ zei hij, ‘Ik bedoel in dat moeten. Als het zo zal zijn dan zal het echt zo moeten zijn en dan heeft het een goede reden. En jou kennende kom je daar dan ooit achter. En dan blijkt waarschijnlijk dat je dat zelf zo hebt gewild.’
‘Maar ik wil dat helemaal niet!’
‘Nee, Nu natuurlijk niet! Dat is toch volkomen duidelijk?’
Hij zei het bijna bruusk maar we werden allebei getroost door de ferme stelligheid waarmee hij dit zei.
‘Maar liefste,’ vroeg ik bezorgd, ‘als dat dan gebeurt? Wat gebeurt er dan met jou?’
‘Het zal me breken.’ zei hij. ‘Het zal me echt helemaal breken! Maar waarschijnlijk breekt het me ook open. En wie weet gaat het wel daarom. Die meneer met die stijve jas. Die niet kon dansen en zwemmen voor jij kwam, en met zijn stomme kachelpijp, genaamd “hoge hoed” op zijn hoofd ligt dan als een gebroken pop in de hoek.’
’Oh Claude, spreek toch niet zo! Zeg eens, haat jij die meneer?’
’Als je mezelf bedoelt? Nee.’ zei hij, ‘En wat die meneer betreft. Die haat ik ook niet, hoor. Maar ik zie wel al zijn beperkingen. En vergeet niet dat ik qua openbreken en opengebroken worden al ervaring heb. Het doet altijd zeer. Dat hoort erbij. Je mag beslist geen medelijden met me hebben! Natuurlijk zal het me breken, Marie-Rose. Want dat is de consequentie van liefhebben. Het zal uiteindelijk goed zijn.’
Maar hij slikte even en ik zag het. Ik sloeg mijn armen om zijn hals.
‘Niet nu al breken liefste, beloof je me dat?
De grote man kroop in mijn armen en zocht ineens beschutting. Ik voelde hem schokschouderen.
‘Ik beloof het je.’ zei hij hees, ‘En je ruikt zo lekker.’
’Hmm, ik ruik ook naar jou volgens mij. Wat is behalve jouw muziek eigenlijk jouw grootste wens?’
’Bedoel je behalve wat wij nu hebben?’
‘Ja, laat dat er heel even buiten..’
‘Dat is wel erg moeilijk voor me, maar vooruit, Marie-Rose. Mijn grootste wens? Die is een dochter!’
‘Och, lieve schat van me!’
‘Ja, maar of die ooit komt? Ik weet het niet.’
‘We kunnen er eentje maken…’
‘Een dochter is niet maakbaar!’ zei hij beslist, ‘Maar verder eh…. hé! Ja, misschien kan dat? Hoewel..’
‘Wat is er liefste?’
‘Ik denk eigenlijk dat het niet gaat,’ peinsde hij, ‘En ze heeft haar moeder dan nodig. En ik denk echt dat je zult gaan. En je zult me dus moeten breken. Als het wel gebeurt, ik bedoel: als je van mij in verwachting raakt weet ik niet of ik het wel wil weten. En ik kán het dan ook niet weten. Ik bedoel, we zijn dan wel een beetje erg ver weg voor elkaar, hè? Ik kan niet even op kraamvisite komen. Ik kan ook niet mijn dochtertje optillen en met haar spelen. En jij kunt ook niet even met haar langskomen, denk ik zo.’
Ergens voelde ik dat hij gelijk had.
‘Waarom is alles toch altijd zo ingewikkeld?’ vroeg ik hem.
’Ingewikkeld? Ja, mon amour.’ Hij zuchtte, ‘Maar dat is muziek componeren ook. Ik denk dat het hele leven zo in elkaar zit. Nooit simpel. Veel gedoe. Ja, ingewikkeld dus. Maar zo grandioos!’
Ineens schoot me te binnen dat ik bij mijn vertrek naar deze tijd aan het spiraaltje had gedacht, Ik had het een half jaar geleden laten plaatsen. Maar ik had al gemerkt dat je hier naartoe blijkbaar niets kon meenemen. Ik had de afgelopen dagen gevoeld en gezocht, maar de draadjes ervan niet gevonden. Als tandenborstels en creditcards niet mee konden reizen, dan waarschijnlijk ook geen spiraaltjes.
Dus wie weet?
Ik voelde even een wilde hoop opkomen.
Maar achteraf bleek hij toch gelijk te hebben gehad. Hoewel we er eigenlijk alles voor hadden gedaan, ben ik niet zwanger geworden van hem. Het was kennelijk gewoon geen optie. We moesten in zekere zin spoorloos uit elkaars levens verdwijnen, denk ik.



