De TGV heeft vaart geminderd. Denise lacht me toe.
‘Je bent wat laat aanwezig, lieve jongedame! Maar ochtenddromen doen het vaak prima, dus dat is geen probleem! En je had een goede reden. Een heel mooie en lieve en goede reden. Ik ben zo blij voor je.’
‘Zijn we er al bijna?’
‘Ja, we staan op het punt van aankomen. Ik houd het kort nu. Omdat je bijna alles al weet. Je bent er al achter gekomen dat je niet kunt blijven en hij weet dat ook. Is hij niet een geweldige man? Dat hij begrijpt wat er speelt? En dat in zijn tijd waarin time-travel nog een waanzinnig idee was en ze het zich ook heel erg mechanisch en daardoor in feite onmogelijk voorstelden. En jouw geliefde snapt direct de complete essentie! Ik kan daar echt enthousiast over worden!’
‘Hoe lang kan ik nog blijven?’
‘Dat mag jij natuurlijk niet weten. Dat zou echt gif zijn! Net zoiets als mensen precies zeggen op welke dag ze zullen sterven. Zoiets doe je niet! Marie-Rose, ik mag je zo noemen toch? Het is zo’n mooie en lieve naam en de roos is zo sterk tegelijk, en Marie ook.’
‘Ja, dat zei hij ook al.’
‘Jaja, zo is hij. Marie-Rose, luister goed. Één tipje van de sluier moet ik nog oplichten. Als het om liefde gaat zijn sluiers wel heel belangrijk. Dus een heel klein beetje oplichten maar. Weet je nog zijn concert waar je bij was? En herinner je je daar de dwepers?’
‘O ja, ik herinner ze me.’
‘Jij bent géén dweper. Dat is belangrijk. Je houdt echt van hem en daardoor van zijn werk. Niet omdat ik dat zeg maar omdat dat zo is. En nu komt wat ik je wilde zeggen.
In je eigen tijd hield je van zijn werk en daardoor van hem.
Hier is het andersom. Je houdt van hem, om wie hij is. En dat is het grote wonder. Omdat hij is wie hij is en je van hem houdt, houd je van zijn werk. Dus geen dwepen. Hij weet dat.
Je moet goed begrijpen hoezeer hij jouw liefde nodig heeft. Echt heel erg nodig! Hij zal er niet expliciet om vragen maar zo is het wel. Jij neemt hem mee in de grote dans. Je twostep met hem was het begin. Daarmee heb je hem aan de haak geslagen. Maar nu gaat het over de grote dans, over het grote geheim. De dans van liefde en vervulling en overgave. Die zingt en danst hij dan in de eeuwigheid. Het is tussen jullie zoals altijd met iets nietigs begonnen, maar dat heeft een dimensie waarvan mensen meestal geen idee hebben. Eigenlijk hangt alles er vanaf. Alles. Het is het volstrekt nieuwe.
Om te zingen en te dansen heeft hij jouw liefde nodig. Anders krijgt hij nèt niet de vleugels die hij nodig heeft. Je hoeft niets speciaals te doen. Alleen dat. Je hoeft je ook niet druk te maken om het gedoe met die vleugels. Alleen om liefde. Dat is ook meteen het grootste wat er is natuurlijk. Geef hem die. Geef hem je liefde. Geef jezelf. Later, veel later zul je zelf opgroeien. Je zult dan eerst een klein meisje zijn. Je zult muzikaal zijn en je zult merken dat je als kind al van hem houdt.
Dat is de echo ervan. Maar nu ben je bij hem. Ach lieve Marie-Rose, je bent bij hem! Ik ben er zo blij om!
Maar nu iets anders: we zijn aangekomen! Oh, en je zult wel weer het een en ander vergeten van deze droom. Dat gaat zo met dromen. Je hoofd vergeet ze. Maar je hart bewaart ze. Welkom in 1901!’
Ze verdween door de deur, ineens alsof ze de conducteur was, op weg naar de volgende wagon.
De TGV was statig uitgerold en kroop langzaam het station van Cannes binnen.
Ineens was de tijd gewisseld. De banken werden van hout. De gillende stoomfluit en het stampende geluid van stoomturbines werden hoorbaar. Gehuld in een wolk van rook en roet hield de trein langs de smeedijzeren hekken van het perron stil.
Daar stond al de garçon van het hotel klaar om de bagage in ontvangst te nemen en de dame uit het noorden naar het gereedstaande rijtuig met de paarden te geleiden.
‘Bienvenue à Cannes, mademoiselle!’ zei hij.
Ik werd wakker van de geur van gebakken eieren en het brommerige zingen van Claude, die met de pannen in de weer was.
Het bed kraakte toen ik rechtop ging zitten. Hij moet me gehoord hebben want hij riep me toe vanuit de keuken met zijn zware stem:
‘Kom je naar beneden, liefste Marie-Rose? Ik heb wat lekkers voor je en heb verse koffie voor je gemaakt! Ik hoop dat je honger hebt!’



