Hij verscheen natuurlijk klokslag acht op het terras. Ik zat er al.
Hij droeg zijn goudbruine corduroy jasje maar had zijn concertbroek met de zwart glimmende talons nog aan. Waarschijnlijk was dit de enige broek die hij bij zich had. Hij ging zitten. Of eigenlijk: de broek ging zitten. En hij zat daar dan weer in. Een groot probleem dus.
‘Wat fijn Claude, dat je er bent! Kijk, ik had gedacht we nemen deze tafel aan de voorkant van het terras waar het strand al begint. En dan kunnen we bij het trapje zitten met onze voeten in het zand. Vandaag informeel!’
Maar terwijl ik het zei begon ik alweer te lachen. Hij gelukkig ook.
‘Niet helemaal de outfit voor voeten in het zand geloof ik?’ zei ik plagend, ‘Misschien meer iets voor een ochtend recital. Zal ik ze vragen of ze de Pleyel vleugel even naar buiten willen rijden? Dan speel jij achtergrondmuziek terwijl ik nuffig aan mijn jus d’orange nip. En dan hebben we het maar wat gezellig!’
Hierbij stak ik mijn tong naar hem uit, die hij belangstellend beschouwde.
’Je bent een afschuwelijke plaaggeest!’ zei Claude, ‘Maar ergens komt dit geloof ik wel uit een goed hart, geloof ik. Hoop ik tenminste. Dit is de enige broek die ik bij me heb. Inderdaad niet handig. Tja. Wist ik veel dat ik in de ochtend met een aantrekkelijke dame het ontbijt op het terras zou gebruiken?’
De plaaggeest liet me nog niet los.
’Jaja, gebruiken. Niet gewoon naar binnen slaan, lekker schransen. Maar nuttigen, gebruiken. Je bent toch maar een chique kunstenaar. Zo, maar nou heb ik je genoeg geplaagd. Wat wil je? Zullen we hier even wat aan doen?’
‘Oh, heel graag! Maar hoe?’
‘Wacht maar af! We gaan nu de Ultieme Test doen. Of dit chique hotel echt wel zo chic is als het claimt te zijn. Als ze dat niet zijn is gaan ze namelijk uit de hoogte doen. Maar als het wel zo is, zul je zien, dat het zo opgelost is!’
Ik was in combinatie met Claude aanzienlijk doortastender dan ik gewoonlijk was, merkte ik. Omdat het niet om mij ging misschien? Deze man op wie ik dol was had gewoon recht op voeten in het zomerse zand en ontspanning. Dat was mijn overtuiging. En ik wilde hem daarbij graag helpen. Ik wenkte de bediening.
‘Hier zit monsieur le grand artiste van gisterenavond.’ begon ik.
‘Ah, mais oui! Bonjour, monsieur Ferrier! Heeft u goed geslapen bij ons?’
Monsieur Ferrier knikte. Mademoiselle ging verder:
‘Le fameux Monsieur Ferrier heeft ongelukkigerwijs zijn strandkleding in een koffer gedaan die niet is meegekomen! En nu mist hij die verschrikkelijk!’
’Oh, je suis très désolé pour vous, monsieur Ferrier. Aussi pour vous, mademoiselle. Dat spijt mij heel erg voor u, meneer Ferrier! En ook voor u, mejuffrouw. Kan ik iets voor u doen?’
’Oh, wat attent van u. Daar hoopte ik al op. Dat u dat monsieur zou aanbieden!’ zei ik met een lief stemmetje en een walgelijk kokette blik. Ik keek de kelner aan en schonk hem nog meer van mijn stralende manipulerende glimlach.
‘Kunt U monsieur Ferrier tijdelijk eventjes aan wat geschikte strandkleding helpen? Of iemand anders vinden die dat kan?’
Ik zat ondertussen het effect van deze conversatie af te tasten bij mijn nieuwe…. ja mijn nieuwe wat eigenlijk? Hoe was het eigenlijk voor hem om zich te laten helpen? Was het goed zo? Of ging ik te ver? Ik zag een geamuseerd glimlach op in gezicht verschijnen. Maar ook iets van een spinnende kater. Goed dus. En hij stemde prachtig zielig doch waardig in met mijn vragende blik naar de bediening, die- het viel me ineens op- nét zo’n zwarte broek met glimmende talons droeg als mijn tafelgenoot. Des te meer reden dus voor deze reddingsactie.
De kelner had ondertussen even tijd gehad om dit alles te verwerken. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
’Dat vind ik nou een hele leuke vraag van u…. eh van u beiden, als ik zo vrij mag zijn! Koffie en croissants brengen doe ik ook graag maar dit vraagt om onze vindingrijkheid. Monsieur, maar natuurlijk kan ons hotel dat! Het komt ook voor, dat onze gasten in een regenbui terecht zijn gekomen en hun kleren doorweekt zijn. Dan vinden we ook oplossingen. Monsieur, komt u met mij mee? Ik leid u naar onze hotelgarderobe, en daar helpt onze eh…. kamenier heet hij geloof ik, … u meteen verder. Uw eigen kleding wordt dan naar uw kamer gebracht, geborsteld, gesteven en netjes opgehangen. Hmm, iets voor het strand dus. Voor nu of liever voor later?’
We keken elkaar even aan.
‘Voor nu natuurlijk!’ zei Claude.
‘Mag ik u dan voorgaan, monsieur Ferrier?
Ze liepen al samen richting de deuren naar het hotel. Toen ze op de drempel waren draaide Claude zich naar mij om.
’Acht uur gaat niet helemaal lukken, Marie-Rose!’ riep hij, ‘Zoals je ziet: ik ben nog niet helemaal klaar met aankleden!’
‘Doe rustig aan, en laat je fijn helpen!’
Ze zijn glansrijk geslaagd voor de test, dacht ik diep tevreden terwijl ik de twee mannen richting de receptie zag lopen, dit is inderdaad een chic hotel.



