DE LANGE, WITTE gordijnen wiegden traag in de warme middagwind. Vengas en Lytara hadden allebei hun ochtendprogramma achter de rug.
Hij was eerst met de kinderen bezig geweest en was daarna in een overleg geweest voor het evenement van vanavond. De kinderen zouden laat mogen opblijven. Er zouden verhalen worden verteld rond een kampvuur. Het op te lossen probleem was de meertaligheid. Uiteindelijk kwamen er net zoveel vuren als er officiële festivaltalen waren: dus een Engels, een Portugees, een Spaans, een Russisch en een Arabisch kampvuur. Dat leidde dan weer tot enthousiaste ideeën over bijbehorende styling.. De kinders mochten zelf kiezen om welk vuur ze wilden liggen, mits voorzien van een begeleider die de betreffende vuurtaal voldoende verstond. Compleet met slaapzakken regelen, vrijwillige brandweer, catering, security en mooie, maar ook veilige plekken. Er werd druk vergaderd over het opbouwen en voorbereiden van de vijf vuurplaatsen. Compleet met regelen van stookhout, andere brandstof, benodigde vergunningen en het voldoen aan alle voorschriften in verband met het bosbrandgevaar. En tenslotte het vinden van de vijf verhalenvertellers. Gelukkig was het Creative Department graag bereid geweest de meeste voorbereiding op zich te nemen. Zelfs bij het vinden van de verhalenvertellers waren ze behulpzaam, omdat ze ondertussen zoveel mensen op het festival kenden.
Lytara had die ochtend weer de klankworkshop gedaan. Ze was voor deze week bijna door het programma heen. Morgen zou er nog een laatste keer zijn. Daar zou ze meer deelnemers toelaten dan anders. Naar verwachting hadden ze dan niemand hoeven teleurstellen in deze week. Tenzij er in het weekend nog dagjesmensen op het festival af zouden komen. Daar zouden ze dan nog wel iets kleiners voor kunnen organiseren, iets van maar twintig minuten. Dat kon je dan een aantal keer doen, om zo nog een flinke groep mensen de ervaring te kunnen bieden. Ze was er verwonderd over, hoe sterk de respons op haar workshop was geweest. Misschien had ze zich niet helemaal gerealiseerd hoe toverachtig mooi het concept, de locatie en de opbouw daar hoog op de top in de wei eigenlijk was.
Aan dat laatste herinnerde Vengas haar fijntjes.
‘Nou ja, dat zal dan wel. Als jij dat zegt.’
‘Doe niet zo gek, Lytara. Dat weet jij zelf heus ook wel. En het is ook niet iets dat je even bedacht hebt. Je hebt al lang met dit idee geleefd. Je kon het alleen niet uitvoeren.’
‘Ja dat klopt.’ zei ze mijmerend, ‘Het idee had ik natuurlijk al. Maar daardoor wordt iets toch niet beter? Ik bedoel, doordat je een idee al enige tijd bij je draagt?’
‘Ik denk van wel, Tara.’ zei Vengas, ‘In jouw geval was het zelfs een uitgewerkt idee. En misschien is dat verder gerijpt, nou ja, ik weet niet. Maar feit is dat er grote belangstelling voor is geweest. En dat jij er ook onmiddellijk de aandacht van de organisatie zelf mee trok.’
‘Nee, nee, Veng. Dat was jij! Met je kinderburcht! Dat trok de aandacht!’
‘Wees toch niet zo dwangmatig bescheiden! Het is nietes! Jij trok. En je weet het!’
‘Welles. Jij. Eh… nietes, bedoel ik. Ik ben de tel een beetje kwijt. Moet ik nou nietes of welles zeggen? Ik wil je graag tegenspreken, maar dat is een beetje onzin, merk ik.’
‘Zeg dan niets mee!’ lachte hij, ‘Weet je wat? Laat je door me kussen! Dan kun je ook niks meer zeggen. Werk is maar werk, maar wij zijn wij.’
Ze liet het graag toe. Nog voor de vorm wat nakibbelend verzonken ze in de liefdeswereld van hun siësta op hun lichte kamer met het balkonnetje. Later, toen het licht geel werd, zaten ze daar, met niets dan grote handdoeken omgeslagen. Ze dronken ijswater met limoenen en stopten elkaar sinaasappelpartjes, granaatappel en vijgen in de mond.
‘Wat fijn om niks te doen,’ verzuchtte Lytara, ‘vooral na alle gebeurtenissen en ontwikkelingen.’
‘En vooral om niks te doen als je het daarvoor met elkaar gedaan hebt!’ voegde Vengas eraan toe, met een vage, speciale blik. Alsof hij het zelf niet precies begreep. Of van heel ver weg aan het terugkomen was.
‘Veng, we hebben het er niet meer over gehad sinds gisteren. Teveel andere dingen. Wat vind je er eigenlijk van?’
Hij ging onmiddellijk helemaal rechtop zitten.
‘Wat ik ervan vind? Wat vind jij er van?’
‘Nee nee, zo kom je niet van me af! Vengie, ik vraag jou nu. Niet je eronder uitdraaien nu ! Dus?’
‘Ik zal even beginnen met antwoorden zoals ik meestal doe in dit soort situaties.’
‘Oh, je gaat zeggen: wat bizar. Nou, daar heb ik wat aan, zeg.’
Hij keek haar taxerend aan.
‘Ja, maar dat is het wel: bizar.’
‘Nu weet ik nóg niks!’
‘Ssst! Dit was maar om je te plagen. Lytara, je hebt het gisterenavond eigenlijk prachtig verwoord naar mijn ouders toe. Je hebt me daarbij erg opgehemeld trouwens, maar daar doel ik nu niet op. Je noemde het: “de perfecte concretisering van iets dat ooit een vaag plan leek.”
‘Vengas, dat heb ik niet tegen ze gezegd!’
‘Nee? Misschien niet letterlijk. Maar het kwam er wel op neer. Ach weet je, laat ook maar. Het is misschien wat ik er zelf van vind. Maar je was trots op me, en dat had hiermee te maken. Zelf vind ik het de perfecte concretisering van een plan, dat er echt was! Maar er waren nog geen woorden voor. Omdat dat plan nog geen vorm had. En een plan zonder vorm: is dat wel een plan? Het was een drang. En toen werd het een plan. En nu is het er.’
‘Ja, nu wel!’
‘Ja, Tara. En het duizelt me.. Maar wat mij betreft zeg ik ja. En ik hoop dat jij ook ja zegt.’
‘Ik zeg ook ja’.
‘En dat betekent volgens mij nog iets.’
‘Wat betekent dat dan?’
Hij werd heel ernstig.
‘Het betekent nog iets anders voor mij, liefste. Het betekent iets dat niet nieuw is. Maar dat wordt ineens concreter. Het betekent dat ik ook ja zeg tegen jou. Dat was al zo. Maar nu wordt het sterker.’
‘Dat is voor mij ook zo.’
‘Toch ga ik jou nu geen aanzoek doen. Weet je waarom niet? Alles op zijn tijd. Ik heb het gevoel dat ik er vlak voor zit, maar ik wil niet dat we overspoeld raken. Daarom nu eerst dit plan. En we gaan zien wat dat dan met ons doet.’
‘Vengas, you are my man in this! Zo is het!’
Want de avond tevoren hadden ze dat ernstige, verheugende en verrassende gesprek gehad, met Jerome en Jorge. Ook Steve van het Creative Department was erbij geweest. En ook nog een paar mensen van wie ze de namen niet goed hadden onthouden. Het gesprek had plaatsgevonden in wat in festivaljargon De Catacomben Van Het Creative Department was gaan heten.
Het kwam erop neer, zeiden Jerome en Jorge, dat McIntyre op zoek was naar nieuwe dragers voor het festival. Anthony wilde zich wat meer op de achtergrond gaan houden. Ze zochten naar jonge mensen, met gevoel voor wat er in deze tijd leeft, en in verbinding met de vragen en wensen maar ook met alle onzekerheden van deze tijd. Een aantal mensen had de indruk gehad dat Vengas en Lytara zozeer het binnenste van de festivalimpuls van nu belichaamden dat ze dat aan het denken had gezet. Serieus aan het denken.
Steve was toen tegen ze gaan praten. Hij had ze eraan herinnerd hoe ze hier een aantal dagen geleden op zondagochtend het Creative Department waren binnengelopen.
‘Het waren jullie plannen. Maar ook hoe jullie op de festivalomgeving reageerden en hoe jullie dat enthousiast verwoordden,’had hij gezegd. ‘Wij spitsten direkt onze oren en dachten: dit wordt interessant. Maar eerst maar eens zien wat ze gaan verwerkelijken en hoe ze zich daaronder houden. De rest weten jullie zelf. Jullie hebben het echt voor elkaar gekregen! Jullie zijn daarnaast vrolijke festivalgangers gebleven en hebben ook met gemak dat uitstapje naar Sevilla meegemaakt zonder dat jullie projecten in elkaar zijn gestort. En jullie hebben je ook op beslissende momenten laten helpen. Jullie hadden, als dat nodig was, echt goede helpers en vervanging.
Welnu, Anthony kreeg in Sevilla het idee. Hij heeft er met ons allemaal over gesproken, gewoon tussen de bedrijven door. Belletje hier, belletje daar. En we waren eigenlijk allemaal enthousiast. Dus vandaar nu deze vraag aan jullie.’
’Wat precies?’ vroeg Lytara voorzichtig.
’Dat jullie op termijn de nieuwe dragers van het festival worden!’
‘Oh my….Well..No kidding, huh?’ was samengevat zo ongeveer wat het tweetal uit kon brengen.
‘En om die vraag even concreet te maken,’ had Jorge gezegd, bewust over hun perplex-zijn heen denderend, ‘Als jullie de dragers willen worden van het festival kan het zijn dat jullie gaan vinden dat het anders moet of dat het zijn tijd gehad heeft. Als dat zo is vragen wij jullie of jullie dat dan óók willen dragen. En daaraan meewerken en de stijl dus veranderen. Anthony trekt zich geleidelijk terug. Het is tijd bij hem voor wat anders, zegt hij.
Wees gerust, jullie krijgen veel begeleiding. Net als bij jullie projecten, zal ik maar zeggen. We laten jullie niet zwemmen om vervolgens van de zijlijn toe te kijken hoe jullie kopje onder gaan. Zo werken we hier niet met elkaar. Jullie hebben de juiste mentaliteit. Dus je gaat hulp krijgen Je krijgt ook huisvesting en inkomen. Gewoon heel zakelijk hoor! Het wordt je eigen huis, óf je huurt iets.
De vraag aan jullie is: zijn jullie hier klaar voor? Willen jullie hier naartoe komen en je met deze plek verbinden? Ik zeg jullie erbij: voor mij wordt dit ook nieuw, hoor. Anthony en ik kennen elkaar al vanaf de kindertijd en het festivalidee is geleidelijk ontstaan. Nu is het er een aantal jaren en het gaat goed. Maar het is tijd voor vernieuwing. Dat hoort denk ik bij zo’n idee. Dat het zich snel ontwikkelt. De vormen kunnen zomaar veranderen. Je moet de onderliggende impuls in de gaten houden. Waar het eigenlijk om gaat.
Om het een beetje in jouw woorden te zeggen, Vengas: er schijnt iets te doen te zijn op deze planeet. Maar mensen moeten er vaak achter komen wat nou precies. En dat ze daarin een keuze hebben en dat dat goed is voor de mensen zelf, voor degenen voor wie ze werken en voor de planeet zelf. Ik denk dat daarin jouw motivatie zit. Maar de onze ook. Dit festival helpt mensen een handje daarbij.
En jij Lytara, je hebt verteld over het belang van schoonheid, kunst en het schijnbaar nutteloze. Je had met Steve een interessant gesprek over de mens als spelend wezen en hoe essentieel dat is..’
’Mag ik?’ haakte deze in, ‘En waarmee je mij tot op het bot ontroerde, Lytara! Niet omdat jij dat zei. Maar hoe je dat zei. En verder omdat het gewoon waar is.’
’Dank je Steve!’ zei Jorge, ‘Lytara, vervolgens liet je dat met je workshop ook zien. Nou, daar bouwen we dus op. Want dat is inderdaad essentieel. We hebben reacties van mensen wat het met ze gedaan heeft.
Lief duo, vandaar dus onze vraag. En je hoeft echt niet perfect te zijn, hoor! Dat zijn wij ook niet. Je zult met tegenzin, blokkades, gekibbel en zelfs verveling te maken hebben. Dat kennen we. Dat hebben wij ook. Maar dat geeft niet. Nou? Wat zeggen jullie hierop?’
Jorge had ze allebei bijna uitdagend aangekeken.
‘Gee, oh my..’ had Lytara weer met een klein stemmetje gestameld.
‘Ah.. wow, guys..’ had Vengas uitgebracht. Hij had het woord bizar nog net op tijd weten binnen te houden.
Sowieso hadden ze allebei ineens last van een soort spraakprobleem, dat ze tijdelijk van meerlettegrepige woorden leek te beroven.
De aanwezige mensen van McIntyre moesten allemaal hartelijk lachen.
‘Fijn!’had Jerome grijnend gezegd, ‘Perfect geantwoord! Nou, ik zou zeggen, denk er even over na. Loop er mee rond.Je hoeft niets definitiefs te beslissen, hè? Er zit van alles aan vast. Maar daarvoor nemen we natuurlijk ruim de tijd. Wel graag antwoorden voordat jullie weer in het vliegtuig naar jullie USA zitten graag. Ik zal van deze grote vraag even een aantal concrete vragen maken:
Willen jullie hier naartoe komen?
Wil je, en kun je weg uit de USA?
Wil je hier komen wonen?
Kun je Portugees en Spaans leren?
Is ons begeleidingsaanbod acceptabel?
Zie je de samenwerking zitten?
Is het inkomen okay voor jullie?
Daarover zullen we het uiteraard allemaal gaan hebben. En jullie weten op dit moment niets. En zijn jullie trouwens een “jullie”? Ik bedoel: zijn jullie een stel? We denken dat allemaal, maar het is toch goed dat even te vragen. En zo nee: zou je het ook alleen doen?
Ik stel maar wat vragen om over na te denken. Take your time. En wanneer spreken we verder? Dat is voor nu eigenlijk de belangrijkste vraag.’
Vengas en Lytara hadden elkaar even aangekeken. Ze hadden allebei hun antwoord al. Dat luidde op alle fronten ja. Maar ze wisten wel dat je voor sommige dingen toch even de tijd moet nemen. Het ging tussen hen bijna in een soort gebarentaal, op de vingers, en ook wie van hen zou antwoorden.
Het gesprek was op donderdag geweest.
‘Eh, zaterdag misschien?’ had Lytara geopperd. Vengas had geknikt.
’Prima’ had Jerome gezegd, ‘Zal ik de meeting dan regelen? Dan praten we zaterdag verder. Nou, dat was het! Dit wilden we eventjes aan jullie voorleggen. Zeg, ik hoor mooie muziek op de binnenplaats. Hebben jullie ook zo’n zin om te gaan luisteren? En houden we allemaal nog even voor ons wat hier zojuist besproken is? Lytara? Vengas’
Ze knikten, beduusd.
Daarom hadden ze zo omfloerst hun verhaal gedaan aan John en Sheila. Die waren door wat ze hen wél vertelden, plus wat er allemaal tussen de regels door meevibreerde heel goed ingetuned. Misschien wisten ze de essentie al, omdat ze nu eenmaal allebei goed konden luisteren en hun verrekte intuïtie bezaten. Maar technisch gesproken wisten ze van niets. En technisch gesproken wist Sheila dus ook niet, waarom het voor een moeder misschien een goed idee zou kunnen zijn om in hetzelfde land te wonen als je zoon en zijn vriendin, zeker als je ook zelf wat met dat land had. En op de één of andere manier was Sheila zo overwhelmed geweest door wat er op haarzelf afkwam, dat ze die link ook niet legde.
In de middag van hun siësta waren Vengas en Lytara allebei in gedachten ermee bezig. Maar ze hadden het er niet uitgebreid over, vanwege het spel der zinnen. Het ontspande ook. Ze waren opgestaan en hadden zich aangekleed. Lytara droeg een romantische jurk, met roosmotiefjes, een beetje Brits. Ze had haar haren bijna los, met een klein strengetje om haar hoofd gevlochten, waardoor ze er renaissance-achtig uitzag. Vengas droeg een wijde blouse van blauwe zijde en had zijn luit bij zich. Ze zaten in één van de tuinen van het stadje in de schaduw van een moerbeiboom. De namiddagzon toverde gouden vlekjes die dansten.
Vengas speelde op de luit. Lytara zong met haar warme stem dat oude Engelse liedje van Thomas Morley met die tekst van William Shakespeare.
It was a lover and his lass,
With a hey, and a ho, and a hey nonino,
That o’er the green cornfield did pass,
In springtime, the only pretty ring time,
When birds do sing, hey ding a ding, ding;
Sweet lovers love the spring.
Copyright © 2020 Nina van Immerzeel
Volgende hoofdstukken:



