TWINTIG MINUTEN LATER was Sheila ineens de eigenaresse van een landhuis in het midden van Portugal. Met een tuin en vijf hectare land eromheen, dat deels uit een bos, deels uit een wijngaard, deels uit een olijvenboomgaard bestond en waarop drie schuren stonden. Ze had in de loop der jaren stilletjes wel eens met zo’n idee gespeeld maar het altijd als onrealistisch weggezet. John kende deze geheime wens van haar niet. Zijzelf was die ook zo goed als vergeten.
Het zachte land waar ze ooit was neergestreken had haar bij haar terugkeer na al die jaren ineens opgeëist, als een dier dat geduldig op zijn prooi had liggen wachten. Of misschien als een bruidegom die pas met zijn ring komt wanneer de bruid eigener beweging tot hem komt.
Zacht en tegelijk oersterk.
Het was niet te bevatten. Tegelijkertijd voor haar op een vreemde manier logisch en voor de hand liggend. En out of the blue daarnet ook nog die vraag van Devin. Of ze haar werk overal op de wereld kon doen. Ja, dat kon ze. Dit paste op een onbegrijpelijke manier in het plaatje.
Het ging zo.
Ze had het pad gekozen dat links om de muren van de burcht leidde. Na een kromming belandde ze ineens midden in Tell A Story, Create A Myth, de workshop van Lady Catherine. Sheila had veel over deze workshop gehoord en had nog geaarzeld of ze er misschien deel aan zou nemen. Iets had haar daar vanaf gehouden. De gebeurtenissen van de afgelopen dagen hadden haar ook zo in beslag genomen dat dat ook maar goed geweest was, dacht ze.
Nog geen twintig minuten voor haar was Anthony hier geweest. Maar dat wist zij natuurlijk niet. Kate zat op haar stoel met het bonte gezelschap om haar heen en lachte naar Sheila toen ze haar zag.
‘Girls!’ riep ze, ‘Vandaag is echt bezoekdag. Als ik mij niet vergis zie ik daar een wise American lady. Zeg, ben jij misschien Sheila?’
Sheila liep naar haar toe.
‘Ja, ik ben Sheila. Sheila Carpenter.’
‘Ik ben Kate. Ze noemen me hier vaak..’
‘Ja , ik heb dat gehoord. Lady Catherine.’
Kate keek haar onderzoekend aan.
‘Sheila, heet jij van jezelf Carpenter?’
‘Het is de achternaam van mijn man. Mijn eigen achternaam is…. die is wat moeilijk uit te spreken voor veel mensen.’
‘Hoe heet je dan?’
‘Sheelagh Yllwyggdrennar.’
‘Oh, wat een mooie naam! Ik ben blij dat ik gevraagd heb. Ik ben Britse en daardoor ben ik gewend aan mooie Gaelic of Welshe namen. Want daar zal het wel vandaan komen?’
‘Ja, het is van oorsprong Gaelic. Tja, ik ben Amerikaanse hè? We komen immers overal vandaan.’
‘En nu ben je hier.’
‘Kate, ik wist van je workshop en ik was aan het overwegen..’
‘Wat leuk! Maar er kwam natuurlijk van alles tussen en je vroeg je ook af of je hier wel moest zijn?’
‘Nou, eh… ja eigenlijk.’
‘Deary, mag ik een schot voor de boeg geven? Zoals je zult begrijpen is het hier een hele tamtam cirkel, bestaande uit vrouwelijke intuïtie met overal onze energie en voelsprieten. Die voelsprieten heb ik zelf ook. Dus ik had al een en ander over je gehoord, en nu ontmoeten wij elkaar. Kijk, ik ben een lady. Tenminste zo noemen ze me hier. Maar jij? Jij bent een queen! En volgens mij gaat de koningin niet naar de workshop van de lady!’
Sheila moest heel erg lachen en voelde ergens een soort van opluchting. Maar ze voelde zich ineens ook klein en timide. Want was dat niet erg imposant wat die andere vrouw over haar zei?
‘Kate, ik ben toch geen koningin? Ik heb niet eens een land om over te regeren!’
Kate keek haar ernstig en indringend aan.
‘O, maar dat staat nog te bezien!’ zei ze, ‘Vergeet niet dat ik een vertelworkshop run. Ik leef in verhalen en ontwikkelingen. Sheila, luister even goed naar me. Kennismaken doen we later wel een keer. Ik zou graag willen, maar het gaat nu over wat anders. Één van mijn deelnemers is een Spaanse die in Portugal woont. Ze wil met jou ergens over praten. Ze heeft me er wat over verteld. Maar ik vind dat ze het jou zelf moet zeggen. Ze is hier. Mag ik jou met haar in contact brengen?’
Sheila knikte verwonderd.
‘Mooi!’ zei Kate, ‘Well, that went well! Lekker snel. De vraag kwam een half uur geleden binnen. We hadden hier afgesproken dat we allemaal op de uitkijk zouden staan. Alleen wisten we niet hoe je eruit zag en ook niet waar je logeerde. Jorge hadden we nog niet gevraagd. We dachten: eerst zelf proberen. En voilà!’
Ondertussen was ze van haar stoel afgekomen en op Sheila afgestapt. Ze haakte haar arm door die van de andere vrouw heen.
‘Kom mee!’
Een paar passen naar beneden maar, tussen de zittende en liggende vrouwen door manoeuvrerend, kleine opmerkingen ondertussen uitwisselend met deelneemsters, tegelijk zaken en zaakjes afhandelend, ook die van het hart, lichtvoetig beweeglijk en vastberaden tegelijk. Ze liepen op een vrouw af die tegen de muur langs het pad leunde. Toen die Sheila en Kate op zich af zag komen ging ze rechtop staan en haar gezicht verlevendigde.
‘Mag ik jullie aan elkaar voorstellen? Hier is Sheila. Sheila, dit is Alicia.’
‘Hello, ik ben Sheila Carpenter.’
‘Ze heet met haar eigen achternaam Yllwyggdrennar..’ voegde Kate er behulpzaam aan toe.
‘Hola, Sheila, ik ben Alicia Moraves. Mijn Engels is niet goed. Ik ben Spaanse en woon al lange tijd in Portugal. Hoe zullen we het doen? Hoe is uw Spaans?’
‘Niet zo goed, Alicia! Maar goed genoeg om te kunnen praten. Portugees gaat eerlijk gezegd beter bij mij. Hoe is dat?’
‘O, maar dat is prima natuurlijk! Wat fijn!’
‘Jullie vinden het wel?’ zei Kate, ‘Dan ga ik weer terug naar mijn workshop. Ik wens jullie een fijn en interessant gesprek toe. Byebye!’
Ze wuifden Kate na en waren met z'n tweeën.
Ze schakelden om naar Portugees en Alicia vertelde haar verhaal.
‘Het wordt eerst misschien wat geheimzinnig.’ zei ze, ‘maar ik wil niet meteen teveel achtergrondinformatie geven. Nu niet. Later wel. Als er een later zal zijn.’
‘U maakt me erg nieuwsgierig!’
‘Ja,’ Alicia glimlachte even, ‘dat zou ik in uw geval ook zijn.’
Ze ging verder.
In het midden van Portugal stond een huis. Het huis was min of meer verweesd of zou dat binnen afzienbare tijd worden. Even geen details over de mensen, want dat zou alleen maar afleiden. Het huis had land eromheen. Alles bevond zich in een redelijke staat.
‘We zijn op zoek naar iemand die gevoel voor de plek heeft, zich ermee wil verbinden maar het kan ook als een tweede huis zijn. Het is net zo bewerkelijk als je zelf wilt. Maar de plek heeft een bepaald soort aandacht nodig. Niet zozeer praktisch, want dat loopt wel. Andere aandacht.En je zou met de plek iets kunnen doen. Het huis en het land zijn voor een symbolisch bedrag te koop. Eigenlijk te geef. Maar juridisch is het beter om het te verkopen. Nogmaals, een volstrekt symbolisch bedrag.’
‘Wat bijzonder!’ zei Sheila, ‘En hoe was u zo bij mij uitgekomen?’
‘Mag ik het voor nu er even bij laten dat we inderdaad bij u zijn uitgekomen? Ik zou wensen dat u de plek zelf ziet en u niet teveel laat afleiden hoe we bij u gekomen zijn.’
‘We?’
‘Ja, we. Beetje geheimzinnig. Een kwestie van vertrouwen, vrees ik. Heeft u een goede intuïtie? Ja natuurlijk. Anders zou u niet zijn wie u bent. Dus vraag ik u: wat denkt u? Ben ik te vertrouwen?’
Sheila hoefde daarover helemaal niet na te denken.
‘Ja, dat bent u. Dus laat ik dat dan ook maar doen.’
‘Dank u. Ik ga uw vertrouwen direct op de proef stellen. Wilt u vandaag met me meekomen om het landgoed te bezichtigen?’
‘Landgoed?’
‘Nou ja, niet een koninklijk paleis of zo, maar een landgoed is het toch wel. Niet heel erg groot, maar ook niet heel erg klein.’
‘Ik moet u iets vragen,’ zei Sheila, ‘Als het om een landgoed gaat in het midden van Portugal, dan zal dat toch heel veel waard zijn? Waarom wilt u er vanaf en waarom verkoopt u het niet voor een flinke prijs?’
‘Dat is het nu juist!’ zei de dame, ‘We willen er graag vanaf en er zijn aanbiedingen genoeg van partijen die het willen kopen. Maar we willen dat het in de goede handen terechtkomt. Het landgoed heeft een verhaal. Het is een mooi verhaal, een beetje verdrietig ook zoals dat met mooie verhalen is. Het is een mooie en goede plek. Het vraagt om mooie en goede handen. Wij denken, eh… ik denk dat u die mooie en goede handen heeft. Begrijp me goed, het is helemaal geen klusobject hoor, het is niet vervallen. Daarom gaat het niet. Het is zelfs goed onderhouden. Bescheiden maar goed verzorgd. Er zijn ook een paar dieren, enkele ezels..’
Sheila werd ineens ontroerd.
Ezels..
Ze dacht aan hun karakter, hun lieve melancholieke ogen, hun gewilligheid en eigenzinnigheid tegelijk.
Alicia zag het en moest glimlachen.
‘O, neemt u mij niet kwalijk! Dat had ik u vast niet erbij moeten vertellen! U zult niet een landgoed onder uw hoede gaan nemen vanwege een paar ezels.’
‘U doorziet mij aardig! Maar nee, ik denk van niet. Of misschien ook wel….. maar dat is toch geen reden?’
‘Eigenlijk is het een heel goede reden,’ glimlachte de dame, ‘Irrationeel, emotioneel en heel wijs. Het zijn oude ezels.’
‘Ja, zo had ik ze me op de een of andere manier voorgesteld.’
‘Het landgoed en het huis zijn ook oud. En ze wachten op iets. En u, u wacht ook op iets. Tenminste dat denk ik. Ik kan het u niet uitleggen. Misschien dat dat later komt. Welnu, komt u met me mee? Ik weet dat u Amerikaanse bent. Over enkele dagen vliegt u waarschijnlijk terug. Daarom zet ik er zo’n vaart achter, want deze dingen vragen toch tijd en straks bent u weer ver weg. Hoe is het? Kunt u vandaag? Kunt u misschien nu?’
‘Ik kan!’ zei Sheila, ‘Is het ver?’
‘Anderhalf of twee uur rijden. Is dat ver?’
‘Ik ben een Amerikaanse! Twee uur rijden is voor mij niet ver.’
‘Wilt u iemand meenemen? Ik bedoel, ik nodig u uit voor een tocht naar een voor u totaal onbekende locatie. Wilt u iemand mee voor de veiligheid?’
‘Ik vertrouw u,’ zei Sheila, ‘maar mijn man zou zeggen: “ook als je vertrouwt kun je op je veiligheid blijven letten.”
‘Neem dan uw man mee.’
‘Hij is aan het wandelen na veelbewogen dagen,’ zei Sheila, ‘en hij heeft zijn mobiele telefoon uitgezet. Ik zal een briefje voor hem neerleggen. Maar dat is het dan ook. Dan weet hij dat ik met iets bezig ben.’
‘Ik had Jorge al gevraagd,’ zei Alicia, ‘U kent hem. Dat geeft u wat zekerheid. Maar Jorge kan vandaag niet weg.’
‘Ik denk aan mijn zoon,’ zei Sheila, ‘Die zou ik er graag bij willen hebben. Maar die heeft zijn eigen project hier met kinderen en kan ook niet weg. Het is belangrijk voor hem wat hij hier doet.’
’Dat met die kinderburcht? Heet uw zoon misschien Vengas?’
’Ja, hij is mijn zoon.’
’Ik heb hem daar bezig gezien.’ zei Alicia, ‘Uw zoon is inspirerend en verbindend. En zo goed met kinderen. Een bijzondere jonge man.’
‘Weet u wat? Ik ga mee!’ zei Sheila plotseling, ‘Waarschijnlijk moet ik dit alleen doen. Ik bedoel: zonder familie of wat voor backup ook. En samen met u!’
‘Dank u wel, Sheila! Dit maakt me heel blij. Of er nu wat uit komt of niet. Ik stel voor dat we even bij Jorge binnenlopen of hem bellen. Ik geef hem ook het adres waar we heen gaan. Misschien kan hij snel transport voor u regelen, voor de terugweg. Hoe is dat voor u? Dan gaan we dadelijk met mijn auto.
Want wanneer ik u heb rondgeleid en u …. eh, u valt ervoor, om zo te zeggen, dan blijf ik in het huis vandaag en kijk daar vanavond naar de ondergaande zon. Want dan zal er heel wat door me heen gaan. En u bent op tijd en veilig hier weer terug!’
Ze besloten het zo te doen.
Jorge werd gebeld. Met de hem eigen voortvarendheid belde hij tien minuten later Sheila terug, om te zeggen dat ze afgehaald zou worden op ieder gewenst tijdstip. Wel even van te voren aangeven. Het was geen probleem als het vervoer een poosje op haar zou moeten wachten.
‘En ja: senhora Alicia Moraves is door en door betrouwbaar. Je bent in goede handen, Sheila.’
‘Sheila,’ vroeg Alicia, ‘Voor mij is dit ook opwindend. Wat denkt u? Ik weet dat u het nog allemaal moet zien. Maar u zult zien dat mijn verhaal echt klopt en dat er geen haken en ogen aan zitten. Als dat dan zo is, hoe is dit voor u?’
Het was de oudere dame aan te zien dat ze het spannend vond. Misschien kwam het ook door het lange staan. Stand- en speelbeen wisselden bij haar af. Een voet wiebelde in en uit de met voor dit terrein hoogst onpraktische pumps, en haar beringde handen friemelden langs de draagriem van een grote, zwarte handtas.
Sheila zelf werd er eigenlijk juist rustig door. Het schiep op de een of andere manier een band tussen hen. Twee vrouwen die aftasten en samen zijn in een onzekere situatie en tegelijk weten dat zij zelf veilig terrein voor elkaar zijn.
Ze keek de andere vrouw met haar peinzende ogen aan.
‘Alicia, alle overwegingen die tegen zoiets spreken laat ik weg. De praktische kant ook. Het is natuurlijk een volkomen absurd voorstel. Maar dat weet u zelf ook wel, en dat maakt het meteen alweer minder absurd. Ik zou er van alles over kunnen zeggen, maar doe dat niet. Dus houd ik het bij mijn intuïtie. Mijn antwoord baseert alleen daarop en heeft dus geen zakelijke implicatie.’
‘Daar vraag ik ook niet naar!’ zei Alicia, ‘Dat zou pas echt absurd zijn!’
‘Nou, mijn antwoord is dan ja. Maar dat betekent alleen dat ik vandaag met u meega om te kijken.’
Alicia greep daarop bijna eerbiedig beide handen van Sheila. Hun vier handen bewogen in een gezamenlijke pendel langzaam op en neer. Ze had een stevige maar prettige greep, eentje die vastpakt maar ook zo weer kan loslaten. Ze keken elkaar in de ogen. Ineens waren de twee vrouwen dicht bij elkaar. Sheila las de blik van de Spaanse met daarin een zachte, donkere melancholie die ze met die van de ezels associeerde met daarnaast iets ferms, gevormds en rotsvasts. Dit zouden de Portugese en de Spaanse jaren samen in haar kunnen zijn, dacht ze.
Alicia’s gezicht was getekend door die jaren. Het had het scherp gevormde dat mediterrane vrouwen op leeftijd kunnen krijgen zonder dat die de schoonheid uit hun jeugd aantast of verjaagt, maar die op een ander plan tilt. Ze was maar heel licht opgemaakt en met geen enkele neiging om haar leeftijd te verdoezelen. Eind zestig, tegen de zeventig jaar oud, schatte Sheila.
‘Luister goed.’ zei de Spaanse, ‘Ik zeg dit nu, vóórdat u het gezien hebt. U zult misschien de eigenaar van dit landgoed worden. Maar ik zet u niet onder druk. U beslist zelf. Ik zou me echter niet verbazen als u het zou doen. Ik weet dat dit een vreemde opmerking van me is, en ik kan er helemaal naast zitten. Nu ja, dat merken we dan wel. U heeft nog geen idee waar we in terecht komen, maar dat komt wel. Ik heb één verzoek. Als u er straks bent, loop dan alsjeblieft rond alsof u het al bezit. U zou me daar een plezier mee doen.’
‘Alicia, één praktische vraag. Hoeveel moet het kosten?’
De oudere vrouw lachte.
‘Uitstekende vraag, senhora Ylwyggdrennar. Kijk, u mag uiteraard onderhandelen. Maar de prijs is inderdaad symbolisch. Honderd. In euro, geen escudo.’
‘Honderd?’ zei Sheila verbijsterd, ‘maar dat kan toch helemaal niet?’
‘Nee,’ gaf Alicia toe, ‘natuurlijk dat kan niet. Maar alle andere biedingen konden evenmin. Het gaat hier niet om geld. Het gaat om wat anders. Oh, en voordat u zich ongerust gaat maken: het spookt er niet. Er zijn ook geen moorden gepleegd. Honderd euro. De notaris en wat rechten en belastingen komen daar dan bij. Die zijn ongeveer vijftien procent. Dus ja, honderd en vijftien euro. De overdrachtbelasting zal trouwens heel wat meer zijn, omdat die baseert op de taxatiewaarde van het goed en niet op deze symbolische verkoopprijs. Maar daar vinden we wel een elegante oplossing voor, die ik u nu niet ga vertellen. O, Sheila, en er zijn ook géén boze erfgenamen, géén nare buren, géén grondvervuiling of radioactiviteit, enge bouwplannen in de buurt of tectonische breuklijnen. We hebben alle rapporten liggen. Maar dat is allemaal voor later. Eerst..’
‘Eerst ga ik het zien!’
‘Precies, dona Sheila. Now you’re talking. Kom, we gaan!’
Een kwartier later waren ze beneden. Sheila had een briefje neergelegd voor John en ingesproken op zijn mobiele telefoon die inderdaad uit stond. Ze had een zwarte stola bij zich voor het geval ze in koelte terecht zou komen.
Ze reden.
Alicia bestuurde een grote, elegant uitziende en enigszins gedateerde auto. Ze reed met vaste hand over bergweggetjes, door dorpen, langs rivieren, over smalle stenen bruggen, en uiteindelijk de grote weg op. Ondertussen spraken ze over koetjes en kalfjes. Tussen hen hing veel waarvan Sheila aanvoelde dat het nu niet besproken kon worden en ze accepteerde het.
Alicia vroeg of ze muziek mocht opzetten. Even later weerklonk er jazz in de auto, wat een nieuwe band tussen de vrouwen schiep. Op de ritmen ervan en de melodielijnen van saxofoon en klarinet gleden de zachte velden en bossen voorbij, tot de wegen weer kleiner en smaller werden en ze bij het landgoed kwamen.
Ze stapten uit en begonnen te lopen. ‘Eerst wat van het land, en dan het huis’, zei Alicia. Sheila keek of ze misschien ergens ezels onder een groepje bomen zou zien staan, maar ze zag ze niet. Verder weg was de murmelende waterloop van een beekje te horen. Er was weinig tot geen verkeer. Af en toe vloog een vliegtuig over, hoog boven ze, haast zonder geluid.
Na een half uur zei Sheila voor de tweede keer ja. Nu al wat concreter maar nog altijd niet echt zakelijk. Het ging ook wel erg snel. Ze had behoefte te overleggen. Ze probeerde het nummer van John. Ze kreeg hem direct aan de lijn.
‘Sheilawoman! Hoe is jouw wandeling?’
‘John, ik ben hier met een mevrouw in het midden van het land. Ik ben op een landgoed. Ze vroeg of ik wilde kijken. Het is te koop, of eigenlijk te geef. Er zit een verhaal aan vast dat ik nog niet ken…’
‘Een landgoed! Nou, zie je nou wel? Daar hadden we het toch over? Jij bent niets van plan maar ondertussen! Ik ben zelf incognito gebleven en heb niets spannends beleefd, gelukkig. Dus jij krijgt nu een Portugees landgoed?’
‘Ja, daar lijkt het op.’
‘Is het een goeie plek?’
‘John, het is voor mij een plek om te zijn.’
‘Als jij dat zegt..? She-Ila, dan weet ik al genoeg.’
‘John, moet ik dit doen?’
‘My love, ben je wakker en kritisch?’
‘Ja. Is dat belangrijk?’
‘Ja, dat is belangrijk. Maar niet het belangrijkste.’
‘Luister, taxaties en technische rapporten schijnen aanwezig te zijn.’
‘Altijd goed. En kun je het betalen?’
Sheila lachte door de telefoon.
’Yes mister. No money problems whatsoever. Magic.’
’Alweer die rare festival vibe dus.’ concludeerde haar man lucide, ‘Wat bijzonder allemaal.’
’Maar dit is allemaal voor later..’ zei zijn vrouw.
‘Precies. Zeg, je vroeg me daarnet of je het moest doen. Mijn vraag is: wil je het en zie je er wat in?’
‘Dank je John. Daarvoor belde ik je. Ja, ik wil het en ik zie er wat in. Precies dat.’
‘Nou, dat is dan toch duidelijk!’ klonk zijn stem aan de andere kant.
‘Dus doen?’
‘Ja natuurlijk! Ben je vanavond terug?’
‘Ja. Tenminste, dat denk ik.’
‘Nou succes dan. En alvast gefeliciteerd. Met jezelf. En met je landgoed.’
‘Eh…. ook jouw landgoed.’
‘Nee, nee. Dat is niet waar. Jouw landgoed! Maar ik laat me graag door je uitnodigen. Mag ik dan wel bij je komen slapen?’
‘Mm..’ aarzelde Sheila, dankbaar voor een aanleiding om met haar man te flirten want dat leidde haar een beetje af, ‘Tja, ik weet nog niet de precieze kamerindeling. Maar op zich zie ik geen bezwaar. Jij kan vast wel bij me komen slapen. Ergens..in een klein kamertje, of misschien een bijgebouw.’
John grinnikte hoorbaar.
‘Tot vanavond dan!’
‘Eh, John? Nog iets.’
‘Mm?’
‘Er zijn ezels!’
‘Ezels?’
‘Ezels.’
‘O, wat goed. Dat is echt heel goed. Dag liefdevrouw! Safe driving.’
John.., dacht ze, nadat hij de verbinding verbroken had, wat een meesterlijke subtiliteit. Mij ondersteuning geven, geen gedoe en me helemaal vrij laten. En direct weten dat dit helemaal mijn beslissing is.
Alicia was op het terras aan de zijkant van het huis gaan zitten, in de schaduw van de platanen.
‘We moeten praten.’ zei Sheila.
‘We moeten zeker praten, antwoordde Alicia, Mag ik “je” zeggen? Fijn! Nu krijg je het verhaal.’
Copyright © 2020 Nina van Immerzeel
Volgende hoofdstukken:


