VENGAS WAS BEKAF en gelukkig.
Eerder op de avond hadden ze het Feest van de Burcht gevierd met de kinderen. Ze hadden de burchtprinses en prins benoemd en een tafelronde vol dappere ridders. Er was een ijlings verklede heraut gekomen die wat hakkelend en opgewonden met een hoog stemmetje de boodschap van de koning had overgebracht. De vorst bleek alle poorters geluk te wensen met dit strategisch zo belangrijke bouwwerk. Er was een verloving gevierd van de prinses met een grinnikende page die door zijn kornuiten als vrijwilliger was aangewezen. En ook die van de prins met een eveneens giechelende jonkvrouw die met haar vriendinnen tussen de kantelen nieuwsgierig om zich heen keek en naar haar toekomstige gemaal zwaaide, voor ze de trap naar beneden wiebelde en daarbij haar schoentje verloor. Er waren heel veel zoete taartjes en er was heel veel limonade geweest. De wambuizen van de pages en de jurken der jonkvrouwen waren rijkelijk besmeurd door alle slagroom-, chocolade- en fruitvlekken van de taartjes en de vetvlekken van de geroosterde kippenpoten.
Overal opgewonden, blije en soms wat doorgedraaide kindergezichten. Er was gejuich, gehuil door kleine valpartijen, er liepen kinderen met pleisters rond op ellebogen en knieën en van een klein afstandje stonden ouders nieuwsgierig naar de plotseling ontstane kinderwereld te kijken. Vengas en zijn helpers waren overal tegelijk. Af en toe ging Vengas op een hoge steen naast het kinderkasteel staan en riep met een allengs heser en heser wordende stem de volgende attractie af.
Dat waren er heel wat geweest.
Aankomst van de Heraut des Konings. Feestelijke Opening.
De Verlovingsceremonies.
Diverse Ridderslag Plechtigheden, met als resultaat een groot aantal heren- en damesridders want middeleeuwen was wel het thema maar je hoefde de ouderwetsigheid ervan nou ook niet teveel overdrijven en dus konden alle kinderen die wilden tot ridder geslagen worden.
Het Zingen ( en dus ook aanleren) van het Burchtlied, met Coupletten in de Verschillende Festivaltalen.
Het Aansteken van het Middeleeuwse Braadspit, de Roostering der Kippenpoten, benevens Allerhande Spiesjes en de Poffing der Aardappelen.
De Grote Limonadedronk telkens nadat een onderdeel goed, of bijna goed, geslaagd was.
Toen het begon te schemeren werden banken, krukjes en stoeltjes neergezet door de onvermoeibare helpers. Het spit werd weggehaald en het vuur hoger opgestookt. Er werden fleecedekens uitgedeeld. Toen de kinderen min of meer in een grote kring zaten en stil werden verscheen Andrès en begon ze het verhaal te vertellen van De Verloren en Teruggevonden Burcht, ergens ver weg in een vreemd land. Hoe de kinderen waren gaan zoeken en paden ontdekten die de volwassenen in dat land nooit hadden gevonden. Hoe ze de verloren burcht met touwen en wagens uit het wolkenrijk naar beneden trokken en behoedzaam op de berg neerzetten, waardoor het na jaren weer lente werd in het land.
Andrès ontpopte zich daarbij als een meesterlijke verteller en een talenwonder. Hij wisselde handig tussen Engels, Spaans, Portugees en Russisch zodat de meeste kinderen het verhaal konden volgen.
Bij het laatste licht verschenen de fakkeldragers weer. De andere lichten werden gedoofd. De dragers nodigden de kinderen uit om achter ze aan te lopen. Om te voorkomen dat het echt donker zou worden en er misschien kinderen bang werden, verschenen telkens nieuwe fakkeldragers, die groepjes kinderen begeleidden tot buiten de burcht waar hun ouders ze tenslotte weer in ontvangst namen.
Nog lange tijd daarna kon je over het festivalterrein opgewonden kinderstemmetjes horen die aan hun ouders vertelden wat ze allemaal die dag beleefd hadden. Geleidelijk, heel geleidelijk aan werd het stil en lag de kinderburcht verlaten. Ondertussen hadden de helpers al opgeruimd. Terreinwagentjes waren verschenen en het afval werd verzameld. Ergens lag een grote hoop verkleedkleren door elkaar heen, die ook in een wagentje verdween en richting de wasmachines getransporteerd werd. Tenslotte werden de lichten gedoofd en lagen de grote en de kleine burcht samen onder het licht van de sterren.
Vengas leunde tegen de muur van de andere, de grote burcht. Hij had op dit late uur een grote beker thee in zijn hand die hem door een van de cateraars was gegeven. Hij haalde diep adem en blies de lucht tussen zijn lippen uit. Hij zag uit op het resultaat van zijn idee en vroeg zich ondertussen af, hoe het in 's hemelsnaam mogelijk was, dat zijn kinderburcht er echt stond.
Aanvankelijk, tijdens de bouw, had hij eerst nog gedacht dat hij overal leiding aan moest geven. Maar na enige tijd merkte hij dat dat eenvoudig niet mogelijk was. Het bleek dat die twee korte stafbesprekingen van maandag en dinsdagochtend op de een of andere manier voldoende waren geweest. Er was inderdaad alle ruimte geweest om met eigen inbreng te komen en de kinderen hadden daar met hun fantasie het nodige aan toegevoegd. Het resultaat was een bouwwerk dat qua stijl uit de meest verschillende elementen bestond, terwijl de voortdurende hulp van de filmcrew ervoor garant had gestaan dat constructies die er werkelijk toe deden, veilig en stevig waren. Uiteindelijk hadden de helpers en ook de kinderen zich best flink laten leiden door Vengas’ oorspronkelijke idee.
Maar hij zelf ook! realiseerde hij zich verrast. Zij hadden zich laten leiden door hem, terwijl hijzelf zich weer had laten leiden door hun ideeën en plannen.
Dat dit was gelukt, in dit tempo en op deze schaal was iets, wat hij met zijn verstand niet begrijpen kon. Er waren zeker vijftig kinderen bezig geweest met de bouw. En, afgezien van de filmcrew en hijzelf, nog een stuk of twintig jong volwassen vrijwilligers plus rond de vijftien enthousiaste ouders.
Ze hadden zich geen moment hoeven bezighouden met praktische zaken als de catering. Op maandag was overdag ineens Jorge verschenen. Hij had even met Vengas en met Steve van de filmcrew gepraat. Dat was al het overleg wat nodig was geweest. Daarna waren ze ingepland in het eet- en drinkplan van Jorge. Hij kwam met zijn eigen mensen en regelde alles.
Voor de volwassen deelnemers stonden wat kistjes opgesteld waarin je een vrijwillige bijdrage kon doen voor de kosten, met een paar aanduidingen wat ongeveer de bedragen zouden zijn voor een kind en een volwassene al naar gelang de duur van het verblijf. Ook hier viel Vengas op hoe gematigd de prijzen waren. Hij zei dat tegen Jorge. Deze antwoorddde dat deze prijzen voldoende waren en dat dit systeem meestal meer dan genoeg opleverde.
Wat Jorge niet zei, maar Vengas inmiddels al wist, was dat dit natuurlijk mogelijk werd gemaakt vanuit sponsoring door McIntyre, waarbij Vengas opviel dat geen enkele reclame voor autobanden op dit festival te bekennen was. McIntyre had dat waarschijnlijk niet nodig.
Van de andere kant van de kasteelmuur, hoog boven hem hoorde hij Lytara's stem. Hij keek omhoog en zag haar naar hem zwaaien.
‘Veng, ben je klaar?’
‘Voor vandaag wel!’ riep hij terug, ‘Kom jij hier of zal ik naar je toekomen?’
‘Ik kom naar jou!’ riep ze. Even later hoorde hij haar voetstappen en lagen ze in elkaars armen.
‘Oh sorry, ik ben echt heel erg bezweet!’ riepen ze allebei tegelijk en moesten daarom lachen.
Lytara was een paar keer langs geweest die dag om te kijken hoe haar geliefde het deed. Hij had zich ook één moment kunnen losmaken en was naar boven gehold in de verwachting Lytara in haar klanktheater aan te treffen. Maar hoewel er mensen van de filmcrew bezig waren vond hij haar niet. Later op weg naar beneden was ze hem tegemoet gekomen en had hem verteld dat ze met mensen van McIntyre in gesprek was geweest. Dat het allemaal heel spannend maar ook erg leuk was. Meer had hij niet uit haar kunnen krijgen. En hij moest ook zelf alweer terug naar zijn bouwplek.
Ze hadden afgesproken dat ze na de schemering elkaar zouden vinden.
En dat was dus nu gelukt.
‘Veng,’ zei ze, ‘Ik ben zo trots op je! Wat ziet het er geweldig uit! En ik hoorde vandaag overal vrolijke en blije kinderstemmen.’
'‘Taar, ik ben ook trots op jou. Je bent een international creative woman geworden. Weet je wel dat je dat nog eens extra aantrekkelijk en sexy maakt?’
Ze moest erom giechelen.
‘Ik moet gauw douchen,’ zei ze, ‘over aantrekkelijk en sexy gesproken. En jij ook, stinkend genie van me! Kom mee!’
‘Heel eventjes nog.’ zei hij, ‘Dan maar stinkend. Het is hier zo mooi onder de sterren.’
Ze liet zich direct overhalen. Ze keken samen naar de nachtelijke hemel en luisterden naar de wind die zachtjes opkwam.
‘Weet je?’ zei ze, eensklaps ernstig, ‘Dit is voor mij essentie. Dit is waar het om gaat volgens mij. Ik kan het niet goed in woorden zeggen.’
‘Maar ik zie het aan je.’ antwoordde hij, ‘Ik zie een glans in je ogen waarin het sterrenlicht opvonkt. En een diepe rust die ik niet vaak bij je voel. Maar als die er is, is ze prachtig en sterk. Net als jij.’
‘Meestal ben jij degene, die rust uitstraalt.’ lachte ze, maar ze viel stil en sloeg haar arm om zijn hals en liet zijn krullen tegen haar gezicht kriebelen.
‘Dat is iets waar ik niets aan kan doen.’ antwoordde hij, ‘En daarom betekent het niet zoveel. Maar jij, jij moet ervoor werken en over van alles heenstappen voor die komt. Die rust die je uitstraalt, komt die voort uit diepe vervulling, Lytara?’
‘Ik zal de plek van de klankworkshop altijd in me dragen.’ zei ze met dezelfde ernst als daarvoor, ‘Het is iets van waaruit nieuwe dingen kunnen ontstaan. Misschien komen alle kinderen wel van een grote klankworkshop, ergens buiten tussen de sterren. Of hebben ze daar hun eigenlijke, grote kinderburcht en is alles hier maar een schaalmodel.’
Ze zwegen en dachten allebei, zonder dat ze het van elkaar wisten, aan een kind van hen beiden. Maar het kind was er nog niet. En als het er al was, speelde het nog hoog boven hen tussen de sterren en was nog niet op weg naar de aarde. Wel vormde zich bij hen, zonder dat ze het wisten, in hun zielen, op dit verstilde moment en na deze drukke dag iets van een bedje. Misschien voor zo’n kind. Een belofte van een liefdevolle, warme binnenruimte van het soort waartoe elk sterrekind zich onmiddellijk aangetrokken zou voelen.
Voorlopig echter was dat nog druk aan het spelen, hoog boven de aarde tussen planeten en sterren.
Op hun kamer lieten ze de gordijnen van hun balkondeuren open. Ze waren zo moe en voldaan dat ze zomaar insliepen in elkaars armen. Het douchen waren ze helemaal vergeten.
Copyright © 2020 Nina van Immerzeel
Volgende hoofdstukken:
WOENSDAG 21 JUNI



