VOOR VANAVOND STOND de marionettenvoorstelling op het programma. Verder waren er nog geen evenementen. Veel mensen waren vandaag pas aangekomen en druk bezig met eigen spullen uitpakken en voorbereidingen van wat ze zelf wilden gaan doen. Het Creative Department draaide op volle toeren. Op straat, bij de burcht, in de café’s en de hotels vonden overal ontmoetingen en weerzien plaats, op afspraak of per toeval. Het gonsde overal van de bedrijvigheid en de festivalsfeer begon erin te komen.
John en Sheila waren even op de hotelkamer geweest. Ze hadden daarna weer een wandeling door het stadje gemaakt. Ze waren met verschillende deelnemers aan de praat geraakt. Ze wisten van de voorstelling van vanavond en waren door het gesprek met George ook erg benieuwd naar Francesca.
Vroeg in de avond liepen ze al omhoog naar de burcht. John had zijn jasje bij zich en Sheila had haar gehaakte stola mee.
De organisatie van het festivalorganisatie had ingespeeld op de programmaluwte van het begin door het marionettentheater deze avond te laten optreden. Voor veel deelnemers was het een welkome afwisseling op hun eerste, drukke opbouwdag. Het evenement werd dan ook flink bezocht.
Op de binnenplaats van de burcht was een grote halfronde tribune opgebouwd met trappen en rijen zitplaatsen. Voor de voorstelling van vanavond waren de plaatsen aan de zijkant met rode koorden afgezet en waren de centrale plaatsen bestemd voor het publiek.
Gezien de verwachte toeloop was een hoge galerij van de burcht direct tegenover de Bühne ook in gebruik genomen. Achter een snel voor dit doel gebouwde ballustrade was een dubbele rij balkonplaatsen met losse stoelen. De mensen van de podium- en tribunebouw waren zó tevreden over deze nieuwe vondst dat ze besloten dit voor de duur van het festival zo te laten.
Op de binnenplaats zelf waren vóór de eerste stoelrij lage bankjes geplaatst. Helemaal vooraan lagen rijen dikke kussens op de grond. Beide waren voor de kinderen bedoeld, die al in grote getale kwamen aanzetten. In groepjes vriendjes en vriendinnetjes, snel door elkaar mengelend tot nieuwe groepjes en hier en daar kinderen alleen of met z’n tweeën.
De kinderen zaten en klauterden, liepen nieuwsgierig rond, renden rondjes, speelden tikkertje, holden naar boven en weer naar beneden, dartelden om de buizen van de tribunes en sprongen de trappen op en af. Soms werden ze door de security ergens vandaan geplukt als het gevaar dat ze zich zouden bezeren te groot was in verhouding tot de pret die het spelen opleverde. Er werd losjes maar wel waakzaam op de kinderen gelet. Natuurlijk had de eerste hulp aan de zijkant op de binnenplaats toch al eerste klantjes binnen met de onvermijdelijke geschaafde handjes, knietjes of gewoon buikpijn van de opwinding.
Het geluid van hun stemmen vulde de binnenplaats en droeg bij aan de groeiende sfeer van verwachting. Er klonken verschillende talen door elkaar heen. De kleintjes leken er weinig om te geven of ze elkaars talen konden verstaan of niet. Naarmate het begin van de voorstelling naderde namen ze met gloeiende gezichten vooraan op hun plekjes plaats. Van de zijkanten werden bekers met limonade en water uitgedeeld die deels in, en soms over de kinderen heen belandden en aan de algemene hilariteit bijdroegen én aan de kleverigheid van kinderhandjes en vlekken op kleren.
Achter hen vulde de tribune zich met volwassen festivaldeelnemers en nieuwsgierigen uit het stadje. Er werd levendig in verschillende talen geroepen, gekakeld of gedempt gesproken. Ook hier gingen op dienbladen glazen met verschillende dranken rond. Kleine hummeltjes zaten op schoot en sommige kinderen zaten liever naast hun ouders en grotere broers en zussen dan zich in het gewoel onderaan te begeven.
Zoals dat altijd gaat, was ergens bovenin vanzelf een luidruchtige en geanimeerde jongerenhoek ontstaan, waarvoor niemand iets had hoeven voorbereiden of bouwen. Hier en daar richtten blikken zich al dromerig op het toneel van vanavond. Langzaam werden bezoekers, groot en klein, jong en oud, stiller.
Aan de kant tegenover de ingang stond op een klein podium het marionettentheater, met uitgezaagde figuren en tierelantijnen in blauw en goud geverfd triplex. Op een hoogte van ongeveer anderhalve meter hingen de fel belichte goudkleurige gordijnen tegen een fluwelen zwarte achtergrond.
Naast dit kleine theater was een muzikant gaan zitten. Hij speelde op zijn accordeon gevoelige en enigszins weemoedige volksmuziek Eerst was zijn spel nog goed te horen. Daarna ging het voorlopig kopje onder in het toenemende geroezemoes en geroep. Vlak voor het begin maakten zijn klanken zich ineens weer los uit het lawaai, als meeuwen boven een langzaam bedarende zee wanneer de wind is gaan liggen.
Boven de gordijnen van het poppentheater was een extra ruimte. Vanuit de zaal waren twee stalen trappen zichtbaar die via de achterkant van het theater naar boven leidden. Dat was de plek van de poppenspelers. Links en rechts boven het theater hingen aan stalen draagconstructies twee grote beeldschermen. Het ene scherm gaf vergroot de goudkleurige gordijnen van het nog gesloten poppenpodium weer. Op het andere scherm was het beeld helemaal ingezoomd op de geprojecteerde lichtvlek in het midden van de gordijnen. In de lichtkring daalde langzaam een paneel neer, met daarop een onwaarschijnlijk geïdealiseerde afbeelding van een jongeling en daaronder de titel van de voorstelling van vanavond:
“THE ENCHANTED PRINCE” (de betoverde prins)
De titel was vertaald in alle officiële talen van het festival. Er stond bij dat de voorstelling zelf niet vertaald zou worden. Want dat was niet nodig. De taal was pantomime.
Vorig jaar had Francesca een korte voorstelling gegeven. Maar die had zo’n onverwachte respons gehad dat ze dit jaar een veel groter programma had gemaakt. Ook het aantal zitplaatsen was flink aangepast, zodat iedereen die graag wilde erbij kon zijn.
Er werd op een gong geslagen. Het was tijd. De lichten op de binnenplaats dimden. Even was het donker. De stemmen in het publiek verstomden. Een vage gedaante werd zichtbaar in laatste restje schemer, die snel naar één van de trappen aan de achterkant liep.
‘Francesca!’ werd hier en daar in het publiek gefluisterd.
Er begon zacht wit licht vanaf de zijkant op de muziekmaker te schijnen, alsof het maanlicht was. Hij speelde toverachtig zilveren klanken op een vibrafoon. Hij droeg een hoed met een pluim en een katachtig masker om zijn ogen. Naast hem stond op de grond de accordeon. Op een bankje met een kussen lagen viool en strijkstok.
De toneel lichten gingen langzaam aan. De viool nam de muziek over. Een zacht sierlijk menuet zette in . Ondertussen vouwden de gouden gordijnen open. De voorstelling was begonnen.
Dat die in pantomime was, zonder één gesproken woord, was iets dat maar heel even opviel en daarna volkomen vanzelfsprekend werd. De marionetten spraken universele taal.
EERSTE SCÈNE
In de gouden troonzaal zitten tussen beschilderde zuilen de koning en de koningin op hun tronen. Ze luisteren naar hoofse muziek die op een viool gespeeld wordt.
De koning bewoog zijn hand op de maat. Hij en de koningin wiegden met hun hoofden mee op de melodie.
De kat kwam binnen en danste op zijn achterpoten. Meteen erna kwam ook de prins. Hij en de kat dansten samen het menuet. De prins droeg een hoedje met een veer. Hij had een kroontje op zijn groene wambuis geborduurd. Aan zijn hand droeg hij een ring met een rode steen. Hij danste sierlijk. De kat was zwart met grote gele ogen en een geel bandje om zijn hals. Hij buitelde uitgelaten op de muziek terwijl zijn staart zwiepte.
Toen het menuet uit was ging de kat liggen voor de troon van de koning en de koningin en viel daar vrijwel meteen in slaap. De prins hief zwierig zijn hand op naar zijn ouders en groette hen allebei. Hij maakte een buiging. De koning, met zijn puntbaard en rode koningsuniformjas met eretekenen, legde zijn hand voor zijn borst en gaf een langzame knik naar zijn zoon. Deze maakte opnieuw een buiging voor beide ouders. Hij draaide zich daarna opzij en wenkte naar de rechterkant van het toneel.
Daar trad schuchter en wat onzeker wankelend het melkmeisje de troonzaal binnen. Ze had glanzend donker haar en een knap gezichtje met sprekende ogen. Je kon zien dat ze het spannend vond. Ze droeg een geborduurd schort met een riem over haar blauwe rokje en had in elke hand een blikken emmer. Op haar hoofd had ze een zwierige witte kap. De prins liep haar tegemoet. Hij sloeg zijn arm om haar heen en kuste haar. Samen liepen zij naar de troon. Ze maakten allebei een buiging waarbij de emmers van het melkmeisje vervaarlijk rammelden. Het geluid leek op een of andere manier meer van opzij te komen en was behoorlijk hard voor zulke kleine poppenemmertjes. Het meisje bleef naast de prins staan en keek met haar hoofdje een beetje schuin naar de beide tronende vorsten die de boerendochter van hoofd tot voeten opnamen.
Ze leken bijzonder verbolgen over wat ze zagen. Met een ruk stond ineens de koningin in de volle lengte van haar gele jurk en blauwe zijden mantel. Ze gebaarde heftig en boos met haar armen met wijde mouwen. De prins en het melkmeisje deinsden achteruit. De koningin hield haar hoofd hooghartig opgericht. Ze keek naar de koning en wees opnieuw naar haar zoon en het bedremmelde meisje. Ze schudde haar hoofd en kruiste langzaam en - misschien vanwege haar opwinding nogal onhandig - haar armen. Toen wees ze met haar rechterarm gebiedend naar de zijkant van het toneel.
Het was ontzettend intimiderend. Zo erg, dat zelfs de muzikant aan de zijkant een verschrikte kras op zijn viool liet horen. Het melkmeisje raakte in paniek en begon hevig te beven. Over haar eigen voeten struikelend en rammelend met de emmers holde ze verschrikt de zaal uit. De prins bleef ontzet achter.
Er klonk intens treurige vioolmuziek. Misschien wilde de jongeman wel achter haar aan maar zijn benen begaven het onder hem. Hij zonk midden in de troonzaal ineen tot een hoopje ellende en bleef daar liggen.
Nu stond de koning op, Hij gebaarde eveneens toornig met zijn armen. De prins lag nog altijd op de vloer van de troonzaal en schokte alleen soms met één van zijn ledematen.
Ineens klonk vanaf de zijkant vreemde en ijle accordeonmuziek, alsof een wind door de troonzaal woei. Tegelijk flitste een licht heel fel en blauw op en doofde. Heel even was het donker. Een moment later ging het licht weer aan. De troonzaal verscheen weer. Maar er was iets heel vreemds gebeurd.
Op de plaats waar zojuist nog de prins gelegen had zat een felgroene kikker. Deze sprong meteen op en in het rond. De koningin deinsde achteruit en sloeg de handen voor haar gezicht. Ze stapte van haar troon, liep naar de kikker en probeerde deze te vangen. Maar de kikker sprong zijdelings weg en landde met één luchtsprong bovenop de troon van de koningin. Ze keek verbijsterd toe. De koning kwam nu in actie. Hij sloeg de kikker met één mep van de troon van zijn gemalin af. Maar het gevolg daarvan was alleen dat de kikker nu op het hoofd van de koning sprong en op de binnenplaats kinderen oneerbiedig begonnen te lachen en de kikker begonnen aan te moedigen. De koning werd daar alleen maar bozer van. Het was natuurlijk majesteitsschennis maar hij had geen macht over de zaal en de kinderen. Hij sloeg nijdig de kikker van zijn hoofd tegen de grond. Maar het dier sprong telkens weer terug. De koningin keek ondertussen nog steeds verlamd van schrik toe hoe het beest met haar gemaal in gevecht was en hem bedreigde. Het publiek was duidelijk op de hand van de kikker, hetgeen de gemoederen in de troonzaal helemaal niet ten goede kwam. Hoe moest het nu verder met dit koninkrijk?
Tenslotte vermande de koning zich, gevaarlijke kikker of niet. Hij stond op van de troon en keurde het dier geen blik meer waardig. Hij hief toornig zijn gelaat op en strekte zijn rechterhand gebiedend uit. Uit de ingang van de troonzaal aan de rechterkant van het toneel kwam het leger binnen in de vorm van één soldaat, met hoge militaire passen. Hij luisterde met één hand aan zijn oor naar wat de monarch hem beval. De boodschap was duidelijk. De soldaat gehoorzaamde meteen. Hij marcheerde naar de troon en greep de kikker kordaat in het nekvel . Deze spartelde tegen maar dat hielp niets. De hofmuziek van het begin was ondertussen gewisseld naar marsmuziek. Dat was voor het militaire moreel. De soldaat nam de weerspannige kikker in een ijzeren greep en voerde hem gevankelijk het toneel af. De deur knalde dicht met een geweldige slag. De orde in het rijk was hersteld.
De muziek zweeg direct, evenals het publiek.
Daar stonden de koning en de koningin nu in de troonzaal, alleen en naast elkaar.
De strijd was gewonnen maar niemand was gelukkig. De koningin had verdriet om haar zoon en liet haar hoofd hangen. Haar gemaal probeerde zijn vrouw te kalmeren. Maar er kwam nieuwe muziek op de viool, langzaam en treurig. De koningin huilde ontroostbaar en de koning hield het nu ook niet meer. Samen met gebogen ruggen schuifelden vorst en vorstin de troonzaal uit.
De kat was diep in slaap gebleven. Toen het koningspaar de zaal verlaten had werd hij ineens wakker. Hij zwaaide met zijn staart en hief zijn kop op en keek naar het publiek. De violist imiteerde een kattenmiauw. Met één grote sprong verliet het dier de zaal. De koninklijke gordijnen gingen dicht.
Vanaf de zijkant sprong de kat weer tevoorschijn en stond nu op achterpoten vóór de gouden gordijnen. Hij bracht met een haast menselijk gebaar één poot voor zijn bek en beduidde dat het publiek stil moest blijven, omdat het verhaal verder ging. Met een onwaarschijnlijke luchtsprong verdween hij naar boven.
De lichten op de binnenplaats gloeiden half gedimd op. De accordeonist begon volksliedjes te spelen die weinig met het verhaal te maken leken te hebben. Achter de gordijnen van het theater werd hoorbaar geschoven en geklost met voorwerpen. Katrollen piepten en af en toe bonsde er iets. Één keer golfde het gordijn van binnen uit alsof er iets tegen aan was gekomen en klonk zacht gegiechel van een vrouwenstem. De lichten in de zaal gingen even later weer uit.
Het gordijn schoof open. De troonzaal was verdwenen. Het decor was totaal veranderd.
TWEEDE SCÈNE
In een eenvoudig huisje, met een houten tafel en twee stoelen. Door een raam met geblokte gordijntjes schijnt de zon naar binnen. Links aan de zijkant staat een bed. Aan de andere kant staat een fornuisje. Aan de wand hangt een schilderijtje met daarop een wei met een paar koeien.
Het melkmeisje zat met haar oude gebochelde vader aan tafel en schonk hem uit een kan. Haar juk met de twee emmers stonden tegen de muur bij het raam. De oude dronk uit de beker die hij met beide handen naar zijn mond bracht. Hij zette de beker neer en verhief zich moeizaam. Het melkmeisje moest hem helpen. Hij was moe en ging in het bed liggen. Hij sliep direct in. Het melkmeisje ging weer aan tafel zitten.
Ineens werd er luid op het raam gebonsd. Ze draaide haar hoofd om te kijken.Terwijl ze dat deed sprong vanaf de zijkant de kikker het huisje binnen. Het melkmeisje hief verbaasd haar handen omhoog. De kikker sprong op de keukentafel en slurpte zomaar uit de beker die de gebochelde vader had laten staan.
Er klonk weer vioolmuziek. Het was hetzelfde menuet waarop in de vorige scène de kat en de prins hadden gedanst. De kikker begon op tafel erop te dansen terwijl het melkmeisje dromerig op de maat meewiegde. De kikker sprong op de grond en nu dansten ze samen. Hij maakte grappige bewegingen en danste op zijn achterpoten. Midden in de dans maakte hij een zwierige buiging.
Ineens schrok het melkmeisje. Haar armen vielen langs haar lichaam naar beneden en ook de kikker hield op met dansen. De muziek werd traag en teer. Het melkmeisje liep heen en weer. Ze verdween kort van het toneel en keerde terug met een schilderijtje. Ze zette het wat onhandig op tafel, misschien omdat ze overstuur was. Op het doek stond de prins afgebeeld met zijn hoed met de veer en zijn gouden ring. Hij glimlachte daar. Ze wenkte de kikker. Die sprong weer op tafel en ging naast het portretje zitten. Het meisje wees naar het schilderijtje, daarna op de kikker en maakte een vragend gebaar met haar beide armen. De kikker keek een moment bewegingloos en begon opgewonden op en neer te springen. Het melkmeisje sloeg de handen voor de ogen en huilde. Ze ging zitten. De kikker sprong van de tafel op haar schoot. Hij hief zijn kop naar haar gezicht en keek haar aan. Het meisje streelde zijn koele vel.
Het meisje werd rustiger. Ze dacht diep na terwijl ze haar hoofd op één hand steunde. Toen stond ze op. Ze zette de kikker van haar schoot op tafel en liep het toneel af. Bijna direct was ze terug in gezelschap van een oud vrouwtje met een rode jas en een grote rode muts . Het vrouwtje droeg een bril en had zwarte haren. Uit de zak van haar jas puilde een stethoscoop.
Het vrouwtje liep naar de tafel waar de kikker nog op zat. Ze haalde de stethoscoop tevoorschijn om het beest te onderzoeken. Die ging behulpzaam voor haar staan, waarbij zijn gespikkelde buik goed te zien was en haast op een kostuum leek. Hij gaf zich als een heuse patiënt over aan het medisch onderzoek.
Het vrouwtje keek ondertussen langs de kikker oplettend naar het schilderijtje van de prins. Ze knikte. Ze stond op en liep naar het fornuis en begon soep te koken in een pan. Die was snel klaar. Ze gaf een lepel van de soep aan de kikker die er gretig van slurpte en ook aan de gebochelde vader van het melkmeisje die wakker geworden was. Die werd daar heel energiek van en sprong voor zijn doen erg kwiek het bed uit. De kikker at van de soep en sprong ook op en neer. Het kruidenvrouwtje keek gespannen toe of er iets zou gebeuren. Maar er gebeurde niets. De kikker bleef een kikker. Het melkmeisje haalde een spiegel voor hem. De kikker keek nieuwsgierig daarin en ook erachter. Verder gebeurde er niets.
Het kruidenvrouwtje en het melkmeisje maakten beide spijtige gebaren met hun handen. De genezeres verliet daarop onverrichterzake het huisje.
De vader was gaan zitten en leek alweer in slaap gevallen. Het melkmeisje legde een deken om hem heen. Terwijl ze daarmee bezig was lette ze even niet op en de kikker sprong weg. Ze keek onder de tafel en achter de stoel maar kon hem niet vinden. Ze keek uit het raam maar zag hem ook nergens buiten. Ook onder het bed vond ze hem niet. Ze werd heel verdrietig en ging aan de keukentafel zitten. Ze huilde.
Het toneelgordijn ging langzaam dicht.
De kat verscheen weer en nodigde de muziekmaker uit opnieuw te spelen. Er klonk droevige accordeonmuziek. Die leek een beetje op het koninkljjke menuet maar was in mineur en erg langzaam. Achter het gordijn werd weer flink geschoven. De volgende scène werd in gereedheid gebracht.
DERDE SCÈNE
Midden in het bos. Oude loofbomen met dikke stammen. Een groen bladerdak waar doorheen de zon schijnt.
De kikker kwam op en sprong heen en weer tussen de bomen. Van de andere kant kwam de dwaas op. Hij droeg een scheef hoedje met gaten waardoor zijn strogele haren staken. Hij had een gezicht met een blije kant en een verdrietige kant waardoor zijn mond en ogen scheef stonden. Hij droeg een oude versleten geruite jas met lappen op de mouwen en een broek met een gele linker- en een bruine rechterpijp . In plaats van schoenen had hij lappen om zijn voeten. Hij droeg een soort reiszak en zette die op de grond neer.
De dwaas dwaalde doelloos rond. Ineens zag hij de kikker. Deze maakte een sprongetje. De dwaas sprong ook. De kikker draaide. De dwaas draaide ook. Hij liep dichter naar de kikker toe en maakte een diepe buiging. Als antwoord sprong de kikker omhoog en de dwaas deed het sprongetje weer na. Zo dansten en sprongen ze samen tot ze moe werden en gingen zitten. De dwaas liep naar de reiszak en haalde er wat te eten uit dat je vanuit het publiek niet goed kon zien. Hij deelde het met de kikker. Daarna liep hij weer naar de zak en haalde er iets te drinken uit. Dat kon je vanuit het publiek ook niet goed zien. Ze dronken samen en waren maatjes geworden.
Het werd snel nacht. Het licht van de maan scheen koel en toverachtig tussen de stammen. De kikker zat roerloos. De dwaas lag midden op het toneel te slapen en droomde.
De droom van de dwaas was zichtbaar. Een prins zweefde door de lucht, boven het toneel. De melodie van het menuet was er weer, zachtjes op de vibrafoon. De prins had zijn hoedje met de veer, en de ring met de rode steen aan zijn vinger. In het voorbijzweven wuifde hij even naar de dwaas en wees naar de kikker.
De dwaas werd wakker en keek de prins mijmerend na. Maar die was al weg en de muziek ook. De dwaas dacht diep na met een peinzende hand aan zijn gezicht. Tenslotte werd hij moe, ging liggen en sliep weer in.
Het werd nog donkerder. Vanaf de linkerkant van het toneel naderde nu de wolf. Deze sloop zachtjes en rook aan de tas van de dwaas. Die merkte niets in zijn slaap. De wolf stak belust een poot uit naar de tas. Zijn kop ging langzaam naar achteren. Er klonk van de zijkant gekras op de viool. De muzikant was opgestaan en vlak naast het theater gaan staan. Hij keek naar binnen, zo het bos in. Daar lagen de dwaas en de kikker te slapen. De violist kraste kleine melodietjes op de viool en keek of er wat gebeurde. Maar er gebeurde niets. Er klonk zelfs luid gesnurk. De wolf strekte zijn poot weer uit.De muzikant liet zijn strijkstok zakken en keek ongerust het publiek in. Hij gebaarde wild en keek vragend. Alsof hij hulp nodig had.
Gelukkig begrepen de kinderen meteen dat ze nu echt nodig waren. De viool was natuurlijk te zachtjes want de poppen op het toneel werden niet wakker. De wolf was vast iets naars van plan en dat mocht niet gebeuren. Aangemoedigd door de muzikant begonnen ze te roepen en te schreeuwen, steeds harder, en door elkaar heen in hun verschillende talen.
‘Attencião! HEY! Wake up! Kikker! Au secours! Danger! Er is een wolf! Word nou toch wakker! Frog, PLEASE DO SOMETHING! ¿Estás sordo? Watch out!!’
Ze sprongen opgewonden op en neer en leken zelf wel kikkertjes geworden. Op dat moment werd de kikker wakker. Hij sprong bovenop de buik van de dwaas om hem snel te wekken. Deze kwam met een ruk overeind. De dwaas zag de wolf en joeg hem snel weg.
De kinderen en ook de volwassenen van het publiek juichten. De muzikant klapte voor het publiek.De dwaas en de kikker meenden dat het applaus voor henzelf bedoeld was en gingen naast elkaar staan en maakten een buiging. De muzikant keek geïrriteerd en maakte boze gebaren naar ze. Iedereen moest daar vreselijk om lachen.
Het verhaal ging weer verder. Het werd weer stil. Daar stonden de kikker en de dwaas nu, naast elkaar, midden op het toneel. De dwaas wees op zichzelf en naar boven. Hij maakte een beweging met zijn arm alsof in de lucht iets voorbijging. Hij wees op de kikker. Hij gebaarde naar de kikker toe alsof deze een zwierige hoed op had. Maar het was niet duidelijk of de kikker hem begreep. De dwaas liep snel het toneel af. Even later was hij terug en had het kruidenvrouwtje bij zich. Zelf ging hij tegen een boom zitten.
Het kruidenvrouwtje wenkte en het melkmeisje met haar emmertjes kwam op. Haar armen gingen verheugd omhoog bij het zien van de kikker. Ze knikte heftig met haar hoofd. Van dezelfde kant naderde nu de gebochelde vader die bij de coulissen bleef staan en moeizaam door de knieën ging om ook te gaan zitten.
Het kruidenvrouwtje leidde de kikker precies naar het midden van het toneel. Toen wenkte ze de dwaas en het melkmeisje. De dwaas moest links van de kikker gaan staan. Het melkmeisje moest bij de kikker zitten en kreeg een gouden munt. Uit het bos kwamen twee andere kikkers nieuwsgierig naderbij geschoven. Ze leken een beetje alsof ze van papier waren. De kikker zat op een kussen omringd door al deze figuren. De muziek speelde ondertussen weer, een beetje geheimzinnige solomelodie op de accordeon.
Na enige tijd hief het kruidenvrouwtje haar beide armen op. De muziek begon van karakter te veranderen en werd bezwerend. Tegelijk kwam de kat op. Deze gleed precies op het ritme van deze muziek eenmaal van links naar rechts over het toneel en was weer verdwenen. Het werd donker behalve een blauwachtig licht op de kikker. Ineens ging het licht uit, flitste een paar keer snel en ging weer aan.
Op de plek waar de kikker was geweest stond de prins. Hij begon te bewegen en keek verbaasd om zich heen. Hij zag het melkmeisje en de dwaas. Zijn armen gingen omhoog van verbazing en blijdschap.. De prins en het melkmeisje omarmden elkaar. De dwaas begon te dansen op muziek. Ook de kat kwam weer op en danste met hem mee. Het kruidenvrouwtje was blijven staan.
Toen de dans voorbij was liep het kruidenvrouwtje naar het paar. Ze boog zich naar het melkmeisje en leek haar wat te vragen. Die knikte van ja. Ze deed hetzelfde bij de prins en ook deze knikte. Het kruidenvrouwtje ging nu tussen het paar in staan. Ze breidde nu haar armen weer uit als daarnet. De muziek was er weer. Het licht werd opnieuw geheimzinnig, ging uit en flitste een paar keer.
Toen het licht weer aanging stond op de plaats waar daarvoor het melkmeisje geweest was een wondermooie jonge prinses in een witte tulle prinsessenjurk en een diadeem op haar glanzende haren.
De prinses stond op en kuste de prins. Ze wuifde naar haar vader. De gebochelde wees met zijn hand in de verte. Het kruidenvrouwtje knikt. Ze gingen op weg over het hele toneel en verdwenen. De dwaas volgde. Achter hem aan schreden de jonge prins en de beeldschone prinses.
De gordijnen begonnen dicht te gaan. Maar halverwege haperde iets. Ze bewogen met nijdige rukjes nog wat heen en weer. Van boven klonk een vrouwenstem met geïrriteerde krachttermen in levendig Italiaans. Vervolgens schoven de gordijnen weer helemaal open en kraakte er iets.
De kat kwam op, liep op zijn achterpoten en wendde zich tot het publiek. Hij wees verontschuldigend naar de gordijnen en beduidde het publiek dat ze stil moesten blijven.
Ze zagen allemaal hoe ineens het hele bos in de lucht verdween en daarachter de troonzaal tevoorschijn kwam.
VIERDE SCÈNE
Terwijl de kat rechts verdween kwam de wolf op. Hij duidde met een poot naar achteren. Het tapijt van de troonzaal golfde, alsof zich een reusachtige hand daaronder zich bevond. Vervolgens verscheen de reuzenhand zelf en zette de tronen van de koning en de koningin op hun plaatsen.
De koning en de koningin traden binnen en namen plaats op hun tronen. De wolf ging het toneel op en stond achter de tronen. Nu kwamen van links de gebochelde en het kruidenvrouwtje en bleven staan. Daarna kwam van rechts de dwaas. Deze maakte een gebaar naar de coulissen.
En daar traden de prins en de prinses de troonzaal binnen. Het paar liep naar de troon. De prins boog lichtjes naar de prinses en kuste haar hand. De prinses maakte een reverence naar de prins.
De koning en de koningin hieven hun armen op van vreugde en verbazing. De hoofse muziek van het begin speelde weer. De koning ging staan en zegende het paar. Ze moesten knielen en elkaars handen vasthouden.
De koningin liep naar ze toe en omarmde ze. Ze wees naar de tronen en nodigde prins en prinses uit dat zij nu op de tronen moesten gaan zitten. Het jonge echtpaar liep naar de tronen. Ze bleven een moment staan en keken de zaal rond en naar de omstanders.
Ze waren de nieuwe koning en koningin geworden. De oude koning en koningin stonden als hofhouding en bogen voor ze.
De prins-koning en zijn gemalin namen plaats. Allen waren eerbiedig. Er speelde elegante hofmuziek, op de accordeon met een klassiek register.
De jonge vorst vroeg de dwaas naar voren te komen. en wenkte ondertussen de soldaat. Deze kwam met een zwaard. De nieuwe koning daalde van zijn troon. Hij omarmde de dwaas. Met enige moeite nam hij het zwaard van de soldaat over en sloeg de dwaas ermee tot ridder. De dwaas maakte een diepe buiging. De jonge koning ging weer zitten. Nu kwam de jonge koningin van haar troon, liep naar de dwaas en kuste hem. Ze nam hem mee. Hij mocht van haar voor hun troon gaan zitten als een echte koninklijke hofnar.
Nu was het feest. Er speelde blije dansmuziek. Iedereen kwam aan de beurt. Eerst dansten de gebochelde en het kruidenvrouwtje met elkaar. Ze dansten verbazend kwiek en huppelden na enige tijd via links het toneel af. Daarna dansten de oude koning en de oude koningin waardig met elkaar. Ze dansten langs de andere kant van het toneel Toen dansten de soldaat en de wolf en gingen links door de coulissen.
Vervolgens kwamen de jonge koning en koningin van hun tronen. Ze kregen eigen liefdesmuziek en kusten elkaar. Ze liepen langzaam hand in hand van het toneel, wuifden nog eens naar het publiek en liepen tenslotte elk naar één kant.
Toen ze verdwenen waren kwamen de kikker en het melkmeisje op. Er kwam een wilde en vrolijke dans. Ze sprongen hoog en de emmers van het meisje rammelden. Ze kregen gefluit, applaus en gestamp van iedereen. Ze bogen naar het publiek en verdwenen.
Tenslotte dansten de dwaas en de kat. De dwaas slingerde rond de kat en kat streek langs de dwaas. De dwaas stapte ineens de coulissen in. De kat bleef alleen over. Hij gebaarde met zijn poten naar de gordijnen. Er begon een trom te roffelen en het klonk spannend. Zouden de gordijnen het misschien weer doen? De kat keek achter het ene gordijn en achter het andere gordijn. Hij hief zijn rechtervoorpoot omhoog. En er klonk een gongslag.
Soepel vielen de gordijnen van het toneel achter hem dicht. De kat verdween met een sprong de lucht in van het toneel. De lichten op de binnenplaats gingen langzaam aan. Het stuk was uit.
Lang applaus, geroep en gejuich. Vanuit het marionettentheater verscheen een wenkende reuzenhand. Een paar helpers schoten naderbij en gingen de trapjes op. Er klonk gestommel. Toen gingen de gordijnen opnieuw open. Daar stonden alle marionneten op één rij en bogen naar het publiek dat uitzinnig klapte en juichte en met de voeten stampte. Net als bij toneelvoorstellingen in de grote mensenwereld kwamen de marionetten in paren naar voren om de ovaties in ontvangst te nemen. Het melkmeisje en de kikker waren nu de laatste poppen op het toneel. Tenslotte verdwenen ook zij. Zij met extra luid rammelende emmers. Hij met één hoge kikkersprong.
Het publiek bleef maar klappen. ‘Francesca! Francesca!’ werd er geroepen.
Daar kwam ze vanaf het trapje tevoorschijn: een sierlijke, kleine vrouw, verhit, mooi, hijgend, glimmend van het zweet, met rood hoofd en wilde, verwarde haren en stralende schitterogen. Lachend bedankte ze haar publiek. Ze wees boven zich naar de lichten die aan en uit flitsten en wenkte haar belichtingsmaatje. Naast haar kwam een vrouw op leeftijd met imposante krullende, lange, grijze haren. Francesca wenkte de muzikant. In het volle podiumlicht bleek dat het Anthony was, haar man.
Ze stonden met z’n drieën voor het toneel. Ze bogen en bogen, en er werd gejuicht. Tenslotte zette Anthony op de viool een vrolijke dans in. Op de maat ervan marcheerden ze in ganzenmars langs het poppentheater, terwijl ze alle drie naar het publiek zwaaiden. Toen waren ze verdwenen. De lichten op de binnenplaats gingen helemaal aan en de voorstelling was voorbij.
Copyright © 2020 Nina van Immerzeel
Volgende hoofdstukken:
ZONDAG 18 JUNI



