VADER EN DOCHTER staan naast elkaar in de rozentuin en kijken uit op het berglandschap.
‘Mensen kunnen dus voor elkaar de katalyst zijn.’ zegt Paola, ‘en plekken kunnen dat ook zijn. Weet je nog, papa?’
‘Ja. Losmaken en verlossen.,’ antwoordt haar vader, ‘En verloskundigen. Wie had dat allemaal gedacht? Ook vleugels ontwikkelen die we waarschijnlijk allang hebben, maar alleen telkens vergeten, dat we die hebben. En ook heel erg op aarde komen. Zodat alles helemaal echt wordt. Weet je, Paola, er zal vast wel ergens een hele grote katalyst rondzwerven. Maar zonder mensen en zonder plekken heeft niemand daar wat aan. Gelukkig zijn er zoveel mensen. En zoveel plekken. Lieve dochter van me, weet jij wel hoeveel je mij geleerd hebt?’
‘Nee,’ zegt Paola, ‘dat weet ik niet.’
‘Dat is waarschijnlijk maar goed ook,’ zegt John, ‘Maar geloof me: het is echt een heleboel.’
‘Pap, ik wil je wat vertellen. Weet je dat ik zwanger ben?’
Hij werd stil en keek haar aan. Ontroering golfde op, en vreugde, zijn tranen kwamen, de genadige stroom van het leven zelf. Als een soort package deal kwamen er een verwarrende stroom emoties bij.. Even de gedachte aan zijn ex, Paola’s moeder. Dankbaarheid jegens haar. Dat ze zijn dochter gebaard had. En de ogen van Paola en hun glans en die nieuwe wijdheid Hij had het allang aangevoeld. Er keek in de ogen van zijn dochter iemand anders al een beetje met haar mee, een nieuwe wereld in.
‘Oh lieverd!’
Hij strekte zijn armen uit naar zijn dochter, die geen kind meer was en nu zelf een kind droeg. Paola kuste haar vader. Zijn dochter had echter recht op een eerlijk antwoord. Hij ging het aan.
‘Ja Paola, dat wist ik.’
‘Dad! Typisch jij! Hoe wist je dát nou weer?’
‘Ik..ik.. Paola, ik zag het aan je. Op die donderdagavond.’
‘Het is nog niet echt zichtbaar, paps! Wat zag je dan?’
‘Ik zag het aan jou.’ antwoordde hij, ‘En hoe weet jij het?’
‘Andrés heeft het me gezegd. Op donderdagochtend, En hem kennende, is het dan zo.’
Hij begint te giechelen. En doorheen alle ontroering beginnen ze samen te proesten.
‘Kijk nou toch aan. Die Andrés toch. En je bent nog niet getest?’
’Nee, daddy. Want het is nog te vroeg daarvoor. Bijzonder dat jij het ook ziet. Ik bedoel, mijn vader en mijn man zien dat ik zwanger ben. Eigenlijk zijn jullie knettergek. Mannen zien zulke dingen niet. Dat hoort zo te zijn. Maar jullie… Jullie zijn allebei mesjogge. Gestoord. Hoe kan dit? Nou ja, maar jullie zijn wel gewoon zo. Een vooroordeel dus van mij. En van de meeste vrouwen geloof ik. Het kan dus wel..nou ja, heel soms..’
‘En jij, Paola?’
‘Ik zie het niet’ zegt ze, ‘maar ik voel wel iets. Niet in mijn lichaam. Ergens anders. Toch doe ik graag een test. Heel gauw. Intuïtieve mannen om je heen hebben is natuurlijk een zegen, maar..’
‘..maar het blijven wel mánnen.’ vult hij lachend aan.
‘Ja pap. Daar komt het wel op neer!’
‘Honey, zo is het. Helemaal mee eens. Nou , alles op zijn tijd dan maar, hè? En goed dat je in dit soort dingen niet afhankelijk maakt van de wankele inzichten van het manvolk, waaronder jouw vader! Maar van de wetenschap. De zwangerschapstest dus.’
Ze moeten hier allebei erg om lachen.
’Vader?’
‘Dochter?
‘Hou van je.’
‘Paola?’
‘Dad?’
‘Ik hou van je. Kom hier, meiske van me. Laat me je knuffelen!’
E I N D E
Copyright © 2020 Nina van Immerzeel
EINDE VAN DE FEUILLETON
Inmiddels verkrijgbaar als ebook op Kobo en Bol.com



