HET FIJNE WAS, dat er in deze ronde eigenlijk niets te bespreken viel. Omdat alle zaken, die gedaan moesten worden, al waren gedaan. Ze zaten om de grote ovalen tafel. Ze giechelden om de bijnaam “Tafelronde”, die ze allemaal langs verschillende wegen te weten waren gekomen. Ze noemden Anthony gekscherend “Koning Arthur” en complimenteerden hem ermee, dat hij er in geslaagd was om precies twaalf gasten om zich heen te verzamelen. Anthony zei dat hij dat echt niet kon helpen, en dat hij geen eso-freak was. Volgens hem klopte zijn gastenlijst gewoon: Denise, Felipe, Alicia, Agnes, Rocio, Vengas, Lytara, Paola, Francesca, Andrés, Sheila en John. Twaalf gasten dus.
Dat kwam hem op het een en ander aan weerwoord te staan. Daarbij werd Anthony afwisselend afgeschilderd als “willoos slachtoffer van het lot”, of “van het archetypische”, als “ultieme manipulator”, als “ontkennende Keltische eso-freak” of als “stuurloze geluksvogel die de schijn van controle ophoudt”. Hij liet al die persoonsbeschrijvingen sereen over zich heen buitelen omdat hij wel wist hoe welgezind iedereen hem was.
Op zeker moment, net toen hij de titel “mastermind marionettenspeler” van John voor de kiezen kreeg, waarbij Francesca weliswaar protesteerde maar ondertussen erom giechelde, bracht een warme opmerking van zijn moeder uiteindelijk de basale realiteit er weer in.
‘Lieve jongen van me.’ zei Denise, ‘Ik ben zo blij dat je er bent en dat wij hier bijeen zijn.’
‘Anthony, het meest wezenlijke wordt nu uitgesproken door jouw moeder die tegelijk doctor in de filosofie is.’ zei Felipe plechtig, ‘Ze is blij met haar zoon. En alles is nu goed. Waar gesproken, Denise!’
Ze zaten in de grote, zonnige ruimte, met de grote ramen en het weidse uitzicht. Ze genoten van elkaar en van een maaltijd, die door een vriendelijke bediening onnadrukkelijk was binnengebracht en op tafel gezet. Ze werden uitgenodigd daar op informele manier gebruik van te maken. Door de wedstrijd van daarnet was de sfeer vrolijk en losjes.
In de herinnering werd dit maal bij veel van de deelnemers tot een tijdloos mooi en vervuld moment, waarin je eigenlijk niets hoefde en als vanzelf werd teruggekeken op een veelbewogen week. Het had iets van een bruiloftsmaal na een huwelijksvoltrekking, maar dan intiemer. Een gezelschap van mensen die allemaal door iets heen waren gegaan. Niet alleen gasten dus, maar echt deelnemers. Aan iets omvattends, en aan elkaar.
‘Zal ik nu toch maar wat zeggen?’ vroeg Anthony op een strategisch moment, toen het even stil was.
‘Ja graag!’
Het kwam van allemaal.
‘Goed dan,’ zei de jonge man, ‘Ik zal het proberen. Ik wil jullie natuurlijk allemaal bedanken. Dit jaar is dat intiem. Andere jaren ging het altijd om dat grote festival. Dit jaar is het festival net zo groot. Het is zelfs alweer groter dan vorig jaar. Maar wij hier hebben met elkaar, volgens mij, nog een ander festival gehad. Een intiemer festival. En ik ben daar heel, heel dankbaar om. En dat wil ik proberen uit te spreken. Ik ga maar gewoon iedereen langs. Niet in volgorde van hoe jullie zitten, en ook niet heel verantwoord, maar zoals het bij mij leeft. Ik zal jullie noodgedwongen onrecht aandoen. Want wat jullie mij gegeven hebben, tart elke beschrijving.
Daarnaast is er volgens mij nog veel meer gebeurd dat helemaal los staat van mijn persoon. Ik heb natuurlijk een en ander opgemerkt maar daar zeg ik nu niet veel over. Ik hou het zoveel mogelijk bij mezelf en wat mij geraakt heeft.
Ik begin met jou, John.
Je hebt het taboe doorbroken dat te maken had met mijn ziekte. Je vond dat erg spannend, en ik ook. Ik had een hele facade om me heen opgericht, denk ik, omdat ik het festival niet overschaduwd wilde door mijn kwaal. Jij raapte je moed bijeen en brak er doorheen. Tegelijk benoemde jij met zo’n ongelooflijke helderheid, wát er volgens jou eigenlijk aan de hand was, dat alleen daardoor al alles in beweging kwam.
Vervolgens heb jij, mijn lieve Francesca, de hulp die daardoor ontstond ogenblikkelijk aangenomen. Je hebt mij onvoorstelbaar daadkrachtig en met passie begeleid. Je bent altijd bij me gebleven ook toen je boos en wanhopig werd. En jullie samen legden ineens die geniale link naar mijn moeder, naar Denise, en naar wat toen bijna mystiek “de verloskundige” ging heten.
Op dat moment was voor mij nog verborgen, omdat ik jullie nog moest leren kennen, hoe Sheila op de achtergrond bezig was de intuïties van John waar nodig te bevestigen, op de haar eigen, onnavolgbare wijze.
Daarna zijn jullie, lieve geniale dochter van John met jouw in- en in-goede partner, lieve Paola en Andrés dus, aan het zoeken gegaan. En jullie vonden binnen no time onze Dr. Agnes. We zijn halsoverkop naar haar praktijk en spreekuur gereisd.
En nu ben jij ook niet meer uit onze ronde weg te denken. Jij, Dr. Agnes, bevestigde dat, wat voor ons een vaag idee was, echt klopte, en sound and safe was. En tussen jou en mijn moeder leefde opnieuw de geheimzinnige zorgzaamheid van mijn gestorven vader Rory, die vaak wist wat hij deed, ook als hij eigenlijk zelden precies wist wat hij deed, maar het was wel vaak het goede. Ik denk trouwens dat daarin mijn vader en jij John, wel iets gemeen hebben.’
Hij zag uit een ooghoek dat deze opmerking van hem zowel John als Denise heftig ontroerde en ging door:
’Ondertussen was ik al in aanraking gekomen met wat ik zou willen noemen de zuivere festivalimpuls en alle liefde en daadkracht. Met jullie: Vengas en Lytara. Ik noem jullie samen, omdat jullie elk afzonderlijk al zo krachtig zijn, maar in gemeenschap nog eens extra. Dat is zo bijzonder. Dat raakt je zo, als iets wat je zelf hebt opgericht ineens terugstraalt vanuit andere enthousiast geworden mensen. En ik wilde jullie beslist in Sevilla erbij hebben. Omdat jullie voor mij in de korte tijd dat wij elkaar kenden al family geworden waren. Ik worstelde daar eerst mee. Want tijdens de week van het festival naar Sevilla te gaan was erg spannend voor mij en ik durfde het eigenlijk alleen aan omdat jullie er waren. Ik wist nu dat ik midden in deze grote week weg kon gaan, omdat het festival op dat moment al door jullie liefde gedragen werd. Jullie wisten dat zelf waarschijnlijk nog niet op dat moment. En ik kon het jullie ook nog niet zeggen. Daarvoor was het allemaal nog te pril. En zo kwamen jullie bij wijze van compromis later op de dag erbij. En wat een geweldige timing! Jullie kwamen aan tijdens die onwaarschijnlijke performance.
Die van jou, Rocio! En toen ik je in gesprek zag met ons na afloop kreeg ik pas echt het gevoel van een nieuwe family. Ik wist dat jij daar op jouw manier bij hoorde. Dat heb je sindsdien ook meer dan waargemaakt. En toen wist ik nog niet eens wat er verder nog zou volgen.
Van Andrès heb ik later die week een beetje gehoord wat hij en Paola voor iets ongelooflijks beleefden in één van de oudste buurten van Sevilla. Het had kort gezegd te maken met de kracht, het ware geloof in genezing. Het klinkt een beetje gezwollen, als ik dat zo zeg. Dat komt misschien omdat ik zelf geen arts ben. Jullie hebben het in die buurt, geloof ik, een beetje laat gemaakt, en tijdens de midzomernacht middeleeuwse geschriften in het Latijn bestudeerd op een met historie doordrenkte locatie in de oude Joodse wijk van Sevilla. En jij zei tegen mij, Andrés, vlug-vlug, in een aantal korte zinnetjes, toen we in het ziekenhuis in Lissabon op de behandeling zaten te wachten: Dat jij daardoor zeker, je zei: volstrekt zeker wist dat deze behandeling succesvol zou worden. En dat dat niet alleen op medicatie zou berusten, maar ook op alles eromheen. Echt alles. Dat alles meespeelde en dat jij veel beter was gaan begrijpen waarom dat zo belangrijk is. Je zei dat er meerdere turning points kunnen zijn geweest. En dat jullie research in de oude wijk daar één van geweest is. Dat vind ik nogal wat voor een tweetal artsen die gespecialiseerd zijn in ontwikkelingswerk. Jullie zijn nuchter, slagvaardig, analytisch en jij, Andres een fantastische computer-hacker als het zo uitkomt. En jij Paola, naast je pragmatische daadkracht ben je een soort filosofisch genie. En samen hebben jullie teamspirit. Jullie zijn een team, en jullie hebben esprit.’
Paola en Andrés knikten allebei stralend.
Anthony vervolgde:
‘Ondertussen trok jij, Sheila, op een midzomeravond zomaar een bootje met Don Felipe erin aan land. Dat voegde zich in de algemene sfeer van heelwording, ontwikkeling en op je bestemming komen. De wondere wereld van een heel landgoed kwam naar je toe, door jou, Alicia, die ik tot dan vooral als festivaldeelnemer kende en het seintje van jouw broer Felipe. En jullie lieve begaafde kleindochter Rocio kwam alweer weer stukje dichterbij en begon duidelijk family te worden. En nu iets voor de drie jongste tafelgenoten hier. Los van wat dat alles in de afgelopen dagen voor jullie zelf heeft betekend. Bij mij heeft het eraan bijgedragen dat ik voel hoe de creativiteit van het festival nu al door jonge handen gedragen wordt. Jij Rocio, jij Lytara, en jij Vengas zijn nieuwe dragers. Ik heb groot ontzag voor jullie.
Wat ik nu gezegd heb is alleen maar mijn stukje in een groot geheel. Daar ben ik me volledig van bewust. Er is zoveel meer gebeurd, maar het gekke is, het gebeurde rond mijn persoontje. En bedenk eens even dit: ik heb vijf jaar lang met deze ziekte geworsteld en gemarchandeerd. Ik heb van alles geprobeerd.
En dat dan in één week tijd alles verandert, oplicht en zich oplost! Dat komt niet door één factor. Niet door één inzet, maar door de betrokkenheid van jullie allemaal. En daarvoor wil ik jullie nu bedanken. Zo. Nou, dat wilde ik maar even gezegd hebben. Eh…. erop drinken dan maar? Pak maar iets, alcoholisch of zonder, maakt niet uit. Laat onze glazen fonkelen in de namiddagzon. En laat het glaswerk klinken. Proost lieve mensen!’
De namiddagzon scheen al onder de schermen door en deed de glazen inderdaad fonkelen. Iedereen proostte met iedereen zodat het een getinkel van je welste was.
Daarna vroeg John het woord.
’Ik zal het ook proberen kort te houden..’
Daarbij een onzekere blik op Sheila, die onmiddellijk pesterig begon te giechelen. John negeerde het en zei:
‘Ik heb een voorstel. Er is volgens mij nogal veel gebeurd deze week. (instemmend geknik van iedereen). Misschien zijn er verborgen dingen gebeurd. Daar wil ik uiteraard vanaf blijven. Maar misschien zijn er ook dingen aan de dag getreden. Ook als ze misschien nog niet af zijn. Ik ben jullie allemaal heel erg gaan waarderen en vertrouwen. Daarom wil ik dadelijk zelf vertellen wat er voor mij anders is geworden, en ik doe nu mijn voorstel. Alleen als je dat goed vindt, hoor! Kun je in één zin zeggen wat er voor jou deze week veranderd is? Één zin, of één ding. En niet uitleggen. En worden het er per ongeluk twee dan is dat natuurlijk prima. Zal ik dan beginnen? En is het een goed idee?’
Instemmend geknik.
‘Graag, John!’
‘Okay dan. Iets heel spannends voor mij! Denise heeft mij gevraagd om werkcolleges te gaan geven voor haar mensen in Sao Paolo. Ik geloof dat ik dan eindelijk weer eens iets echt nuttigs ga doen. Nee, niet gaan protesteren. Dit is nu de afspraak. Één ding noemen. En dit is echt eerlijk van me. Dat van dat nuttige bedoel ik.’
‘Dan sluit ik daarbij aan.’ zei Denise, ‘Ik heb John inderdaad gevraagd. Dat is omdat ik er niet meer helemaal alleen voor wil staan. Basta met de dapperheid. Ik wil ondersteuning en een maatje in mijn werk. Ik kan dan ook, hoop ik tenminste, wat vaker naar Europa komen.’
‘Mag ik nu?’ vroeg Rocio nu.
‘Natuurlijk!’ riepen allen.
‘Ik ben al lang bezig met flamenco. Ik was bezig te zoeken naar mijn eigen kunststijl. En nu heb ik die ineens hier mogen neerzetten en ik kom plotseling in een gezelschap van mensen die me daarin serieus nemen. En ik krijg er ook een vriendin bij, hè Lytara? En bijna zelfs familie, hè Sheila? Door dat landgoed waar ik als kind al bij tante Alicia speelde en doordat mijn abuelo zo van jullie houdt. Ik weet niet wat hieruit voort gaat komen. Maar ik voel een nieuw begin.’
‘Jullie hebben waarschijnlijk géén idee’, zei nu Don Felipe, ‘hoe dankbaar ik deze lieve, zonderlinge americana ben dat ze vanaf de oever van de Guadalquivir mij en mijn bootje heeft aangehouden! Ik ben al mijn hele leven thuis in Sevilla. Maar nu ik weet dat Dona Jila het mooie landgoed in Portugal overneemt ben ik eindelijk gerust. In Sevilla voel ik me nu nog meer thuis. Want er blijft echt genoeg over om te besturen. Niet alleen zo’n klein bootje. Oh, en ik was altijd al de grote fan van mijn kleindochter Rocio, hè? Laat dat even gezegd zijn. Maar nu zijn er ineens een boel fans bijgekomen. En ze zijn meer dan haar publiek. Ze zijn zelf cultuurdragers. Ik kijk er triomfantelijk naar. Mijn bewondering berust dus inderdaad op meer dan de blinde dwaasheid van een minnende opa. Los van het feit dat jij daarnaast ook mijn lieve kleindochtertje bent, Rocio. Niet om wat je allemaal doet en kunt, al is dat nog zo groots. Maar om wie jij bent.’
(Bevallig kushandje van Rocio naar haar opa.)
‘Toen ik hier iets langer dan een week geleden landde,’ zei Sheila nu, ‘was ik vijfentwintig jaar niet in dit land geweest. En wat blijkt? Het heeft dus gewoon op me liggen wachten. Het lijkt magie. Maar alle concrete stapjes waren gewoon menselijk. Jullie kennen allemaal intussen mijn verhaal, denk ik. Ik ben jullie eigenlijk allemaal dankbaar, hoe ik naar het landgoed ben heengeleid. Ook als de leiding in dit geheel misschien ook nog ergens anders, buiten het concrete aardse ligt. Dat bijt elkaar totaal niet, vind ik. En John en ik hebben allebei het gevoel dat wij nu, juist nu geroepen worden. Tot wat met stralen in je werk te maken heeft en handelen op de juiste plek. En dat is zo mooi. Het is ontroerende genade als je daartoe wordt geroepen.
(John knikte en wierp een kushandje naar zijn vrouw.)
‘Niet alleen het landgoed is nu onder de pannen,’ zei Alicia nu, ‘maar ik heb er een grote vriendin bij gekregen. A Dona Jila. Het voelt niet als iets weggeven. Het voelt als rijkdom mogen ontvangen.’
‘Ik heb hetzelfde als Rocio,’ zei Lytara, nu, ‘die ik ook ontzettend bewonder. We kunnen het inderdaad heel goed vinden met elkaar. Ook als we wel eens wat taalproblemen hebben. (Rocio giechelde). Ik heb nieuwe moed gekregen met mijn kunstimpulsen hier. Ik was eerlijk gezegd compleet overweldigd door de respons. En het bleek niet alleen artistiek te zijn maar ook enorm zinvol. Nuttig. Wie mij kent weet dat dit een uitspraak met lading voor me is. De plannen zijn nu zo, dat ik hier en ook in Spanje ga studeren. En ik mag dus een deel van het festival gaan leiden. Wie had dat nou gedacht? Ik ben heel dankbaar.’
‘Ik ook,’ zei Vengas nu, ‘Ik ben geloof ik, eh.. een beetje tegen mijn bestemming aangelopen. Ik ben dus ook gevraagd bij de leiding erbij te komen van het spul hier.’
‘De leiding over te nemen, Vengas!’ verbeterde Anthony, ‘en jullie zijn ook al lekker bezig daarmee. Ga zo door!’
‘Nou, hij zegt het, hè?’ vervolgde Vengas, ‘Maar ik wil dus nu het bedrijf beter leren kennen. Ik ga daarom eerst eens in hun fabrieken werken. Voor de taal en checken hoe de bedrijfscultuur is. Plat gezegd: of McIntyre eigenlijk wel een net bedrijf is dus.’
Hij grinnikte. ‘Nee, grapje, hoor. Maar toch niet helemaal. Gewoon aan de lopende band. Dat is de beste manier, denk ik. En Tara en ik zijn dan hier samen. Ze zeiden dat ze al uitzien naar mijn kritische bevindingen.’
‘Ik heb wat voor jou mogen doen, Anthony,’ zei Dr. Agnes nu, ‘En daar ben ik dankbaar voor. Maar dit valt helemaal in het niet bij het plezier om hier te zijn, jou als volwassen en gezond wordende man te mogen zien, Denise weer te ontmoeten en deze plaatsen weer te betreden. En nu komt het: ik heb vanmiddag een deal gesloten met Francesca, die ik eerlijk gezegd liefheb alsof ze een dochter van me is. De deal betekent veel voor me.’
‘Die deal,’ zei Francesca nu, ‘berust inderdaad op de enorme klik die we met elkaar hebben, en de dankbaarheid om wat er gebeurd is. Agnes wil mij als assistent, om me op te leiden. In Sevilla en in Lissabon, zodat ik in Spanje en Portugal actief kan worden. Vroedvrouw en gynaecoloog worden. Ik ga flink aan de slag en verheug me er ontzettend op. De popjes blijven vast wel een rol spelen, maar de kindjes komen er nu bij.’
Ze slikte ondertussen. Agnes was ondertussen opgestaan, naar de jonge vrouw gelopen en had even heel licht haar arm aangeraakt met haar stevige vroedvrouwen-hand, omdat ze het subtiel gelaagde van Francesca’s laatste opmerking volledig vatte. De kindjes…
‘Door jou, Anthony, en door jou Agnes,’ zei Andrés nu, ‘ben ik in aanraking gekomen met een aantal fijne collega’s. Ik werd gisteren al meteen weer gebeld door Mendes. Je weet wel, Anthony, die arts uit Lissabon. Mendes vroeg zich af, of ik tussen al dat ontwikkelingswerk door niet eens even een pauze met wat meer settelen zou willen en dat hij interessant werk voor mij wist bij infectieziekten.Daar zitten ze om iemand met mijn ervaring te springen, zei hij. Deze vraag komt om van allerlei andere redenen op een heel goed moment en ik ga erop in. Ik ga dus voor de komende tijd naar Lissabon.’
‘En dat heeft er onder andere mee te maken,’ zei Paola nu, ‘dat gedurende deze week, direct na een reddingsactie van een heel bijenvolk door mijn geliefde, ik hem ten huwelijk heb gevraagd. Ja, ik hém. En weet je wat? Hij heeft ja gezegd! We gaan dus trouwen! En we gaan, althans voor nu, een beetje settelen. Ik weet dat ik nooit zonder werk zal zitten. Nog nooit gebeurd, dus er komt gauw wat. Dat gaat altijd zo. Maar eerlijk gezegd verheug ik me er op om eindelijk eens ergens echt te gaan wonen. Ik denk dat ik dat nu ook nodig heb. Ik heb eigenlijk altijd vooral voor mijn werk geleefd. Dat is niet veranderd maar er komen eh.. andere gebieden bij.’
De andere achtergrond van haar beslissing hield ze op dat moment nog voor het gezelschap verborgen, omdat ze per slot van rekening nog niet eens een zwangerschapstest had kunnen doen, en het ook nog steeds te vroeg daarvoor was. Maar later begreep iedereen precies waarop Paola met dat laatste zinnetje doelde.
‘Dank jullie wel,’ zei Anthony nu, ‘Tot slot wil ik jullie dan ook nog wat vertellen. Ook heel spannend. Iets wat ik heb gedaan maar heb laten liggen. En nu pak ik het op. Dankzij de ruimte die ontstaat door onze nieuwe leiding. En de opluchting omdat het er medisch zo anders uitziet. Ik ga schilderen. Eh..niet huisschilderen, daar ben ik niet zo het type voor, maar schilderijen. Ik denk vooral landschappen. Of het wat wordt weet ik niet. Maar ik denk van wel.’
‘Daar wil ik dan op proosten.’ zei Sheila, ‘Anthony, wat fijn! Iets zegt mij dat het zeker wat worden gaat.’
‘Ik wil er verder niet teveel over zeggen,’ zei Anthony, ‘Omdat ik er nog maar net weer mee begonnen ben.’
Sheila bleek later natuurlijk gelijk te hebben gehad met haar profetie. Toen Het Sterrenmaal eenmaal in de Tate Gallery hing, stuurde ze per post een triomfantelijk kaartje naar de maker van het doek met als tekst: “See? Told you so!’ en kreeg een maand later een kaartje terug van Anthony, ook via de post, met als antwoord: “Yes you did. And it worked! Thx.”
Dat was veel later. Nu werd er geproost op het prille begin van al dat nieuws en alle andere ontwikkelingen bij iedereen. En daarmee was deze gloedvolle tafelronde ineens gedaan en verwaaide langzaam het gezelschap. Maar er was nog tijd tot aan de voorstelling van vanavond.
In de avondzon waren de deckchairs op het terras aantrekkelijk. Zoals altijd in de bergen verdween de hitte snel. Een lomige lounge-stemming ontstond, met mijmerende groepjes in ligstoelen, met tafeltjes ernaast, en koele dranken. Ook al de eerste warme thee en kopjes koffie voor de avondmensen en nachtuilen. Er werd zelfs al gebruik gemaakt van fleece dekens.
Om half tien werd er aangebeld. Er stonden een aantal limousines voor de deur. Senhor Silva, senhor Ribeira en een andere chauffeur die alleen Francesca en Anthony kenden.
‘Kom mee!’ zei Anthony, ‘Dadelijk écht de laatste voorstelling! Erg de moeite waard. Ballet met Braziliaanse klassieke muziek.’
‘Ja, prachtig,’ riep Rocio enthousiast, ‘en met Margarita, die zingt. Mijn sopraan van gisteren. Ik heb ze zien en horen oefenen. Oh, het wordt echt mooi! Komen jullie snel mee!’
Copyright © 2020 Nina van Immerzeel
Volgende hoofdstukken:
En een Portugese.
EPILOOG
Verankeren



