DEEL EEN: DE LUCHTREIZIGERS
PROLOOG
bijna veertien jaar eerder in oktober 2003
‘PAPA, KUN JE me helpen met scheikunde?’
‘Dat hoop ik, Paola! Het is voor mij alweer een poosje geleden. Waar gaat het over?’
Paola was net van Highschool terug en binnengekomen via de garage. Ze zaten samen in de keuken van het houten huis. Buiten was het herfstig en het regende. De nabijgelegen Chesapeake Bay en de Atlantische Oceaan zorgden voor een warm zeeklimaat. Het was nat maar niet koud in Ravenswood, Maryland.
Paola pakte een handdoek en droogde haar halflange donkere haren die nat waren geworden van de regen. Ze was met een haarborstel in de weer, maar het onderwerp kon niet wachten.
‘Papa, luister! We zijn bezig met de katalysator!’
‘O, wat boeiend! Hoop ik tenminste. En wat is je vraag?’
‘Ja, dat weet ik eigenlijk niet zo goed,’ mijmerde zijn dochter hardop, ‘Het is me uitgelegd en we moesten met formules aan de gang en het leek heel eenvoudig.’
‘Dat scheelt dan weer, lieverd. Dus je vraag?’
Ze keek peinzend. Ze liep de bijkeuken in en gooide met een zwaai haar handdoek over een waslijntje. Ze draaide zich om en kwam weer de keuken binnen. De peinzende blik in haar ogen was nu weg.
‘Daddy, ik heb het, geloof ik. Ik vond het geheimzinnig. Ik blijf er maar steeds mee bezig. Daarom wil ik het met je erover hebben. Op school speelt er altijd zoveel en gaat dat minder goed. Weet je, van mensen wordt dat toch ook wel gezegd? Dat ze katalysator zijn? Datzelfde woord wordt buiten de scheikunde ook gebruikt. Dat maakt het voor mij extra geheimzinnig.’
‘O, en wil je dat we samen hierover gaan filosoferen?’
‘Heel graag!’ lachte Paola, ‘En dat doe ik liever met jou dan met mijn vriendinnen en al helemaal niet met mijn vriendjes!’
‘Ik denk dat je ze onrecht doet, lieverd, maar ik weet natuurlijk niet goed waar jullie het met elkaar allemaal over hebben. Hoewel ik een vermoeden heb….’
Ze moest lachen.
‘Ja, je hebt het weer goed door! Over relaties en vriendschappen en muziek. Over liefde en over de wereld.En niet altijd met woorden’
‘Maar dat is toch prachtig! En het is toch allemaal chemie?’
‘Ja, dat vind ik ook. Maar ik wil het ook erover kunnen hebben.’
‘En dat is where your poor old dad comes in?’
Paola ging staan en was één en al temperament, met licht in haar felblauwe ogen.
‘Dad! Je bent niet arm en je bent niet oud! En als dat wel zou zijn dan hield ik des te meer van je!’
‘Je zegt ook weleens het tegenovergestelde!’
‘Natuurlijk zeg ik dat! Maar wat ik nu zeg is hoe het echt is! Mag ik nu van wal steken?’
‘Steek van wal, lieverd! Let’s go for a ride!’
En ze stak van wal: ‘Eerst over de katalysator zelf en nog even niet over de mensen. Wat ik nu zeg is min of meer chemieles. Een katalysator is een aanwezigheid die een ander proces versnelt. Vaak komt zonder de katalysator het proces niet eens op gang. Tegelijk blijft deze bij het doorlopen van het proces onveranderd.’
‘Aha,’ zei haar vader, ‘Dat wil dus zeggen dat de katalysator weliswaar innig in het proces aanwezig is, maar uiteindelijk afscheid neemt en weer uittreedt.’
‘Ja precies. Maar nu vraag ik mij af: is de katalysator dan nog wel hetzelfde?’
‘Dochtertje, dat is meteen weer zo’n geweldige vraag van je! En nu ga ik naar je luisteren en ben erg benieuwd waar jouw fantastische geest allemaal mee komt aanzetten!’
‘Cool! Mag ik helemaal los gaan? Katalysator dus. Is dat iets statisch? Iets dat er dus gewoon is? Is het een toestand van puur zijn? Of is het iets wat zich zelfs daar nog achter of onder bevindt, dus achter de stoffen, achter de processen?’
‘Zoiets als een geheime voorwaarde tot creatie?’ mijmerde haar vader, ondertussen zwaar onder de indruk van zijn dochter, maar hij wilde niet achterblijven en deed zijn best.
Het scheen een goede opmerking te zijn maar hij besloot vanavond als hij alleen was hun gesprek nog eens voor de geest te halen. Die snelheid van Paola! Ze ging onverdroten door, de woorden buitelden over elkaar heen.
‘Ja! Als het onderliggende en zelf verborgen blijvende. De “onbewogen beweger” van Aristoteles. Daar hebben we het op school ook over gehad. Ik weet even niet bij welk vak. Ik krijg er een heel sacraal gevoel bij. Het is fijn, het is groots, maar ook geheimzinnig en ongrijpbaar. Wacht even..’
Ze onderbrak zichzelf, liep naar de koelkast, haalde er een groot pak sap uit en begon dat met grote slokken leeg te drinken. Hij keek met plezier naar zijn dochter, die het pak tenslotte met een doffe klap op het aanrecht zette en verder ging. Het was duidelijk dat ze er helemaal in zat.
‘Hoe is dit in je opgekomen?’ vroeg hij haar.
‘O, eh.. gewoon onderweg denk ik. Op de fiets. Eh.. ik weet het eigenlijk niet. Misschien ook nu, terwijl we erover praten.’
‘Ik vind het erg interessant, Paola!’ zei hij, ‘Het lijkt op middeleeuwse alchemie.’
‘Ja, ik vind het ook spannend. Maar weet je, Dad? Terwijl ik dit zo denk komt er ineens alweer iets anders! Een heel andere verklaring of hoe noem je dat! Alsof die gewoon aanbelt en binnengelaten wil worden. En dan raak ik in verwarring!’
‘Dus er komt iets nieuws op en je was nét zo blij dat je een verklaring gevonden had?’
‘Ja! Maar dat kan ik nu al niet meer ongedaan maken, hè?’
‘Nee, dat gaat niet. Dus vertel me er maar over.’
‘Goed dan. Katalysator weer, hè? Tweede theorie. Ha, de Theorie van de Fiets. Paola’s By-Cylic Theory. Just kidding, dad. Dus niks onbewogen en statisch. In plaats daarvan geeft die zich juist helemaal in dat proces, verbindt het zich ermee. Sterft dus eigenlijk, maar vernieuwt zich waardoor het meteen weer beschikbaar komt. Als iets eeuwigs wat tegelijk oer-creatief is. En hoe komt het dan weer beschikbaar? Geeft misschien het proces zelf, wanneer het eenmaal volbracht is, aan de katalysator zijn gestorven bestaan weer terug?’
‘O, maar dat is heel diep!’ zei hij, ‘ Wow, eh…ik moet aan mythische beelden denken. Je beschrijft het als..als een soort Christus- of Horus mysterie van dood en opstanding.’
‘Okay, als jij dat zegt.’
‘Niet omdat ik dat zeg!’
‘Nee, dat weet ik ook wel. Ik vind dat interessant zoals je dit benoemt. Het zet voor mij de deur verder open. En ik zou er verder over na moeten denken. Horus, papa, dat is toch Oud-Egyptisch?’
‘Ja, Egyptische mythologie.’
‘Paola’s Cyclic Theory and its ancient Egyptian Roots. Papa, ik maak het niet belachelijk maar berg het even voor me op onder die naam. Maar wacht: nu zie ik ineens nog een derde mogelijkheid. Die vertel ik je nu ook maar meteen!’
‘Alle guten Dinge sind drei.’ zei hij.
‘Wat zeg je?’
‘Al het goede komt met z'n drieën. Eh...in het Duits klinkt het wel beter vind ik.’
Paola rolde met haar ogen.
‘Stil! Ik probeer me te concentreren en jij bent met jouw Duitse citaten aan het pronken. Waar was ik? Het derde dus: Wordt de katalysator misschien volledig in het proces vernietigd en verbruikt en daarna helemaal nieuw vanuit datzelfde proces voortgebracht? Oprijzend als een nieuw zelf, als de vuurvogel Phoenix uit de as?’
‘Waar je het allemaal vandaan hebt weet ik niet. Maar dit is óók heel boeiend.’
‘Ik weet het ook niet. Is het belangrijk?’
Voor haar niet, dacht hij, en waar het allemaal vandaan komt is voor later. Ze is er nu. Wat een dochter..
Hij liet haar laatste vraag onbeantwoord en pakte het gesprek op.
‘Hmm, dat laatste klinkt óók naar mythologie! Wel andere mythologie dan daarnet. Paola, zou dat dan uitdrukking zijn van de ultieme triomf van de vernieuwende en transformerende kracht van de geest?’
‘Ja, O, dat is dat vogel Phoenix-achtige. Ik let ook wel eens op op school, hoor. Ik vond dat een prachtig beeld. Papa? Bedoel je dat?’
Hij knikte, zei niets en vertrouwde op het beeld.
‘Nou,’ zei zijn dochter, ‘Dat is het wel zo'n beetje. Allemaal vragen dus, papa. Wat vind je ervan?’
Hij zweeg en dacht na over wat ze gezegd had. Wow, wat een diepgang kan een intelligente tiener hebben! Paola heeft een onderzoekende geest, en ze is compromisloos.
Hij antwoordde omzichtig, omdat hij zich ervan bewust was dat ze tegelijk op alle fronten een ontluikend mens was en daardoor veel fragieler dan haar ferme karakter deed vermoeden.
‘Volgens mij zijn het hele grote en diepe vragen,’ zei hij, ‘Ik bedoel daarmee dat ze absoluut niets vaags hebben! Ze hebben ook al antwoorden in zich en tegelijk leiden die naar verdere vragen. En ze lijken in verschillende wereldrichtingen te wijzen. Echt big stuff dus. Waarschijnlijk zijn ze alledrie waar! Schrijf ze maar op, lieverd. Of maak er een paper van als je op school weer eens iets moet inleveren. En dan maar hopen dat ze het snappen.’
‘Okay Dad, dat zal ik dan doen. Nu we het erover hebben lijkt het al minder vaag dan toen ik er nog alleen mee rondliep. Of eigenlijk rondfietste. Maar nu heb ik nog iets. Ik heb iets geleerd en dat lijkt qua theorie erg droog maar ik vind het juist heel spannend. Ik wil het met jou ook hierover hebben. Het gaat om een onderscheid. Het klinkt heel abstract en droog. Maar ik vond het spannend. Je kunt homogene en heterogene katalysatoren onderscheiden. Eerst maar even naar de dorre theorie?’
‘Ja graag, fris me maar op!’
‘Doe ik sowieso graag.’
‘I know that. Arme oude vader en zo. Hee, hee! Au! Niet slaan!’
Paola had haar vader een liefdevolle stomp gegeven in zijn ribben, die een beetje energiek uitviel. Ze lachten allebei. En ze ratelde alweer door.
‘Okay, in lesstof-taal dan maar weer. Luister. Homogeen wil zeggen: je op hetzelfde niveau verbinden en je daar weer uit losmaken. Zoals gassen of vloeistoffen die door en door gemengd worden. De katalysator werkt dan op het niveau van partikel onder partikels of, als je die taal of dat denkmodel niet aanstaat (dat zei de scheikundeleraar) als een aanwezigheid die zelf door en door met het proces is verbonden.
‘Goed, dit is me duidelijk. Hoop ik tenminste. Maar je had het toch over een onderscheid? Dan is er meestal ook iets anders. Iets dat niet homogeen is dus?’
‘Yep! Heterogeen.’
‘Aha. Is het een leuke leraar, je scheikundeleraar?
‘Nee, helemaal niet leuk. Maar wel goed. De helft van mijn klas zit altijd tijdens zijn les te slapen.’
‘En jij?’
‘Ik doe alsof ik slaap. Anders lig ik eruit. Maar ik let wel op. Op wat hij zegt. Met die zeurende, wat verveelde stem. Ik denk dat hij zijn lessen heel vaak heeft afgedraaid en denkt dat niemand hem volgt.’
‘Maar dat is dus niet zo.’
‘Nee, dat is niet zo. Maar dat is nu ons geheim.’
‘Ik zal je niet verraden.’
‘Straks als ik die paper gemaakt heb, verraad ik mezelf. Heterogeen wil zeggen dat de katalysator zich in vaste toestand bevindt. Dan moet er voldoende oppervlak zijn om ermee in aanraking te komen. Het gaat om de juiste vorm en structuur, om de processen voldoende in contact met de vaste katalysator te brengen. Heb je dit duidelijk?’
Hij dacht na. Nee, hij had het niet duidelijk.
‘Eh.. hebben ze jullie voor dat laatste misschien ook een voorbeeld gegeven op school?’
‘O ja, natuurlijk. Sorry dat ik dat niet genoemd heb. Wij reageerden in de les trouwens net zo glazig als jij nu! De niet-slapers, zal ik maar zeggen. Hij noemde de katalysator in de auto als voorbeeld. De vieze en gevaarlijke uitlaatgassen worden over een rooster met platina of zoiets geleid en dat rooster is de katalysator. Wat er gebeurt is dat de gassen naverbranden met als gevolg schonere uitlaatgassen.Er gebeurt dus behoorlijk veel, maar dat rooster blijft onveranderd. Maar het moet er wel zijn, anders gebeurt er niets.’
‘Okay, dat is wel een helder voorbeeld.’
‘Fijn! En nou komt ie! Toen begon ik me te verwonderen en begonnen de vragen over die andere chemie in me op te borrelen. Tussen mensen en zo.’
Paola begon door hun keuken te ijsberen. Ze kwam langs het pak sap op de aanrecht en nam weer een slok. Ze keek in de kleine spiegel en zag daarin het verhitte en opgewonden spiegelbeeld van haarzelf met schuin daarachter haar vader aan de keukentafel zitten. Ze keek weer weg en draaide zich naar het raam en zei terwijl ze naar buiten keek:
‘Van mensen wordt het ook wel gezegd, toch? Dat ze als katalysator optreden?’
‘Ja, en kun je dat beschrijven? Niet in voorbeelden maar algemeen?’
‘Mensen zijn vaak zelf als homogene katalysator: wanneer ze zich intensief met anderen verbinden, iets op gang brengen en zich daar weer uit losmaken.’
‘Dat komt dus eigenlijk veel voor, Paola!’
‘Ja,’ zei ze ernstig, ‘Heel veel.’
‘En zie je daarin hetzelfde als de homogene katalysator?’
‘Ja en nee, Dad. Want ik moest toen meteen aan die andere vorm denken. Ik dacht aan alle bijzondere ontmoetingen die ik heb gehad met mensen die ik op één of andere manier bewonder. Of grote concerten waar ik ben geweest.’
‘Oh, en werken die dan meer als heterogene katalysatoren?’
‘Ja, het klinkt nu wel erg abstract hoe ik het zeg. Maar daar dacht ik dus aan. Het verheldert wel veel voor me. Het is net of je beter gaat kijken. Soms werken mensen dus als heterogene katalysator. Dan gaat het er dus vooral om met deze mensen in aanraking te komen zonder dat deze mensen eigenlijk zelf veel doen. Ik weet niet of ik het goed zeg. Ze doen veel maar niet direct in contact met jou. Of wel? Concerten zijn misschien niet het beste voorbeeld want daar werken die mensen zich helemaal uit de naad. Maar eh.. op een podium. Wat moeilijk om dit goed te beschrijven!Terwijl het eigenlijk zo vanzelfsprekend is! Bewonderde personen, symbolisch belangrijke personen, ze kunnen zelfs allang dood zijn en toch werken ze op je in. Muziek zelf doet dat ook. De muziek is er gewoon. Je geeft je eraan over en daardoor wordt je anders dan daarvoor. En de muziek blijft zoals die is. Zo misschien.’
‘Wow, wat een mooi beeld!’
‘Meer dan een beeld, denk ik. Volgens mij is het realiteit.’
‘Paola, als iets je blik verheldert is het waar. In welke vorm het ook naar je toe komt. Dus wat jij nu zegt is dit: je gaat - uiterlijk of innerlijk- naar deze mensen of naar de muziek toe en hoe die mensen of die muziek ook zelf zijn, jij komt er anders vandaan. Is dat het?’
‘Super!’ zei ze, ‘Dat heb je kernachtig gezegd. Dat is het. Maar terwijl je dat zegt ontdek ik alweer iets. Dat geldt dus niet alleen voor mensen en muziek. Het geldt voor alles wat er is en waar je mee in aanraking komt. Dus ook gebouwen en plekken kunnen als heterogene katalysator werken. De gebouwen en plekken zijn vast, de mensen beweeglijk. Het gaat om het in aanraking komen. Dan treden veranderingen en ontwikkelingen op. Vakanties kunnen het ook doen.’
‘Oh ja, vakanties en reizen en andere plekken.’
‘Die veranderen je!’ mijmerde Paola en keek weer uit het raam.
‘En je ontmoet mensen die anders nooit in je leven gekomen zouden zijn.’ zei hij en keek zijn dochter teder aan.
Ze dachten onafhankelijk van elkaar allebei aan de heftige vakantieliefde van Paola een jaar geleden, die haar zoveel geluk en zoveel tranen had bezorgd en inmiddels tot het verleden behoorde. Ook nu glansde er iets in haar ogen. Ze schudde even met haar hoofd alsof ze zichzelf tot de orde riep en zei:
‘Papa, maar nu jij! Wat maak jij hier uit op? Zeg toch eens wat kernachtigs hierover alsjeblieft!’
‘O, help! Waarom moet ik nu kernachtige dingen zeggen? Wat moet ik dan zeggen? Nou goed dan, eh.. kernachtig? Wait a minute.’’
Hij haalde diep adem en keek ook uit het keukenraam en toen naar zijn dochter die hem afwachtend maar ook een beetje tartend opnam. Hij grinnikte.
‘Paola, is er nog wat van dat sap?’
Ze stond op en schudde het pak heen en weer en toen haar hoofd.
‘Niet veel meer. Zal ik even een nieuw pak openmaken? En wil je een glas?’
‘Ik wil altijd een glas! Doe nu eerst dat bodempje maar.’
Ze schonk het voor hem in, mikte het lege pak in de afvalemmer en ging zitten, haar hoofd steunend op beide handen en ellebogen. Ze keek hem aandachtig met haar blauwe ogen met donkere wimpers aan.
‘Katalyseren’ zei hij, ‘Het woord komt uit het oud-Grieks. Het betekent losmaken uit vastigheid waardoor beweging ontstaat. Wat gebeurt is dus letterlijk verlossing. De katalysator is de verlosser en brengt het offer. Zo. Kernachtig genoeg?’
‘Wow, that’s my dad.’ zei ze diep ernstig.
Terwijl haar vader dit zei had ze bliksemsnel wat op een papiertje opgeschreven. Even later zag ze pas dat het een handgeschreven boodschappenlijstje was. Daarop stond nu in hun beide handschriften: Koffie, wasmiddel, 8 pakken sap, broccoli, losmaken uit vastigheid, verlossing, offer. Ze liet het lijstje aan hem zien.
‘Als jij klaar bent met de boodschappen, bewaar je dan dit lijstje voor me?’
Ze moesten er allebei om lachen. Paola mijmerde voor zich uit.
‘Weet je?’ zei ze, ‘Ik wil later een beroep hebben waarin ik mezelf kan geven als een katalysator en me dus onder de mensen begeef. En ik wil op veel verschillende plaatsen en met veel mensen in aanraking komen die ik bewonder, zodat ik zelf voortdurend in beweging blijf. Dat wil ik. Dat is volgens mij homogene en heterogene katalysator tegelijk!’
‘Ja lieverd, dat is zo. En jij vervult deze abstracte begrippen met jouw leven en met al jouw idealen. Wat ben je mooi, van buiten en van binnen! En ik hou zo van je.’
‘En ik ook van jou, papa. Zeg, ik ga naar mijn kamer, muziek luisteren!’
Ineens was ze klaar met praten. Ze draaide zich om en was al bijna uit de keuken verdwenen. John stond nog mijmerend bij het aanrecht.
‘Wacht nog heel even, lief dochtertje! Heel even nog.’
‘Pap, borrelt er weer wat bij je op?’
‘Hoe je erover praat, Paola! Het wordt het bijna een persoon! De katalyst.’
‘Yeah,’ lachte zijn dochter, ‘Inderdaad! Een persoon! Hoe zou die zijn? En hoe zou die eruit zien? Als een persoon? Of als een gebouw of een plek? Met een bordje erop: Here lives the catalyst.’
‘Maar honey, denk je niet dat die bordjes dan steeds bij verschillende gebouwen zouden verschijnen en weer verdwijnen? Of boven landschappen zweven en dan ineens weer weg zijn?’
‘Ja,’ zei Paola ernstig, ‘en bij mensen is dat dan ook zo. Dus beter geen naambordjes opspelden of vastschroeven. Gewoon lekker geheimzinnig houden. Maar zo is die katalyst dan. Beware! The catalyst is everywhere! Don’t try this at home!’
Het laatste met een bezwerende blik naar haar vader en een zwaaiende vinger gesproken. Die ging altijd direct voor de bijl wanneer in zijn puberdochter de komediant naar voren kwam.
‘Hou op!’ proestte hij, ‘Maak me toch niet zo vreselijk aan het lachen! Ik krijg er helemaal buikpijn van!’
‘Maar pap, ik ben deadly serious!’
‘Ik weet het liefje, zei John, ‘en het is ook serieus. Maar het is gewoon zó raak! Don’t try this at home. Hoe kom je erop?’
‘Maar het is toch zo?’ zei ze, met diep-onschuldige blauwe oogopslag.
‘Ja, het is zo.’ besloot haar vader, ‘En ik hou zoveel van je. Ik zal je ooit nog weleens aan dit gesprek herinneren. Wanneer we allebei heel oud zijn of zo. Dan zul je weten, hoe serieus ik je neem!’
Ze wist heel goed dat ze daarnet geestig was geweest maar liet dat niet merken.
‘Goed pap, als jij dat zegt. Zeg, lekker gepraat. Maar nu ga ik echt wat doen!’
Dit gesprek met zijn dochter als tiener is hem altijd bijgebleven.




Wow. Ik ben eindelijk begonnen met het lezen van je boek. Proloog. Bij mijn ontbijt. Dat verhaal blijft hangen. Nu ga ik yogales geven aan de senioren van het dorp en ik weet nu al dat de catalyst doorwerkt op de achtergrond.